This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Voor wie is deze bank? Waar staat deze bank?
Slide 2 - Open question
Onderzoek
Je maakt een verslag over een ontwerper/stroming.
Het verslag bestaat uit 3 onderdelen.
STAPPENPLAN VERSLAG
Kies een van de ontwerpers/stromingen uit.
(heb je interesse in een ontwerper die niet in de PowerPoint staat? Overleg dan met je docent of je deze mag gebruiken.)
1. Kies twee ontwerpen/meubels uit van dezelfde stroming of ontwerper. Beschrijf deze ontwerpen/meubels uitgebreid. Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende zaken: kleur, textuur, structuur, functionaliteit, materiaal, zeggingskracht.
(gebruik volzinnen) Plak de afbeeldingen van je ontwerpen/meubels in je verslag.
2. Schrijf een kort algemeen stuk over de ontwerper/stroming die je hebt gekozen.
Doe dit in ongeveer 150 woorden.
3. Schrijf je eigen mening over jouw gekozen stroming/ontwerper op. Beargumenteer je mening. Gebruik minimaal 100 woorden.
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Tijdens deze periode doe je kennis op van diverse designstromingen, vormgeving en over hoe je dit kunt toepassen bij het ontwerpen van een bijzonder zitobject.
Slide 4 - Slide
Inhoud
Functie versus Kunstzinnig
Stijlen
Doelgroep
Vormgeving
Eigen werk
Slide 5 - Slide
Functie versus kunstzinnig
Je kunt overal op zitten...
en toch... is er een verschil
Slide 6 - Slide
Functie versus Kunstzinnig
Programma van Eisen (PVE)
Denk bijvoorbeeld aan:
- Doelgroep
- Nestbaarheid
- Productiekosten
- Omgevingsfactoren
Slide 7 - Slide
Is dit zitobject vooral functioneel of kunstzinnig bedoeld? Waarom denk je dat?
Slide 8 - Open question
Kunststromingen / designstijlen
High tech / industrieel
Memphis
Antidesign
Streamline
Bauhaus
Jugenstil/Art Nouveau
Nouveau Realisme
Dutch Design
De Stijl
Slide 9 - Slide
Onderzoek kunststroming / designstijl
Je maakt een verslag over een ontwerper/stroming. Het verslag bestaat uit 3 onderdelen.
Kies een van de ontwerpers/stromingen uit.
(heb je interesse in een ontwerper die niet in de PowerPoint staat? Overleg dan met je docent of je deze mag gebruiken.)
1. Schrijf een kort algemeen stuk over de ontwerper/stroming die je hebt gekozen. Doe dit in ongeveer 150 woorden.
2. Kies twee ontwerpen/meubels uit van dezelfde stroming of ontwerper. Beschrijf deze ontwerpen/meubels uitgebreid. Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende zaken: kleur, textuur, structuur, functionaliteit, materiaal, zeggingskracht.
(gebruik volzinnen) Plak de afbeeldingen van je ontwerpen/meubels in je verslag.
3. Schrijf je eigen mening over jouw gekozen stroming/ontwerper op. Beargumenteer je mening. Gebruik minimaal 100 woorden.
Voor dit product koos de designer voor verdonkerde kleuren. Op deze manier wordt geprobeerd een meer stoere uitstraling te geven aan het product. In de hoop dat de doelgroep, de man, dit product daardoor eerder koopt.
Slide 32 - Slide
Verhelderde kleuren (gemengd met wit)
Verdonkerde kleuren (gemengd met zwart)
Zuivere kleuren
Slide 33 - Drag question
Voor wie is deze stoel ontworpen?
Leg uit waaraan je dat kunt zien. Benoem in ieder geval kleur, lijn en vorm.
Slide 34 - Open question
Eigen ontwerp
Jouw doelgroep en het bijbehorende programma van eisen is nu duidelijk.
Vertaal dit naar 3 verschillende schetsen voor jouw zitobject.
In ieder van deze drie schetsen is de vormgeving anders. Het zijn dus drie heel verschillende ideeën. Ze passen wel alle drie bij de door jou gekozen doelgroep.
Gebruik voor ideeën je collage!
Slide 35 - Slide
3 schetsen
alle schetsen zijn duidelijk en verschillend
passend bij de door jou gekozen doelgroep en het PVE
kleur een van de schetsen in met passende kleuren.
verduidelijk met pijlen en woorden wat iets voorstelt.
Deze schetsen zijn van verschillende personen.
Je ziet dat ze gebruik hebben gemaakt van pijlen en tekst om de tekeningen te verduidelijken.
Slide 36 - Slide
Eigen ontwerp
Nu je schetsen hebt gemaakt ga je een jouw ontwerp in het klein maken. Op deze manier maak je jouw 2D schets nu 3D. Dit schaalmodel is jouw eindproduct.