4.5 Atomen tellen

4.5 Atomen tellen 

1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4.5 Atomen tellen 

Slide 1 - Slide

Reacties
Doel:
- Reactievergelijkingen opstellen
- Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 2 - Slide

Wat is het reactieschema van verbranding?
A
brandstof + stikstof --> verbrandingsproduct(en)
B
brandstof --> zuurstof + verbrandingsproduct(en)
C
stikstof + zuurstof --> verbrandingsproduct(en)
D
brandstof + zuurstof --> verbrandingsproduct(en)

Slide 3 - Quiz

In dit reactieschema is koperchloride...
A
de beginstof.
B
het reactieproduct.

Slide 4 - Quiz

Wat is het juiste reactieschema voor het karameliseren van suiker?
A
suiker (s) --> water (g) + karamel(l)
B
karamel (l) --> water (g) + suiker(l)

Slide 5 - Quiz

De laatste vraag:
Welke reactieschema is een goede reactieschema van een ontledingsreactie?
A
Stof A + Stof B --> Stof C
B
Stof A + warmte --> Stof B + Stof C
C
Stof A + zuurstof --> koolstofdioxide + waterdamp
D
Stof A --> Stof B + Stof C

Slide 6 - Quiz

Reacties
Bij een chemische reactie gaat geen atoom verloren. Voor en na de reactie is het aantal atomen gelijk. 

Slide 7 - Slide

Herhalen
Water kun je dmv elektrolyse ontleden in Waterstof en Zuurstof. 

In een reactieschema (in woorden):
Water (l) -> Waterstof (g) + Zuurstof (g)

Hieraan kun je alleen niet zien hoeveel atomen Waterstof en Zuurstof je uit een molecuul Water haalt.  

Slide 8 - Slide

Basis
Waterstof = H2
Het kleine "2"tje hierboven noem je de index. Deze staat vast. Die mag je nooit veranderen. Anders wordt het een andere stof. 
Chloor=Cl2 heeft er ook zo een. 
Weet je nog het rijtje van 7?


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Basis
Een formule van een stof kan er zo uit zien:
CH4(g)

Dit is de stof Methaan in gasvorm. 

In vloeibare vorm zou hij er zo uit zien: CH4(l)

Slide 11 - Slide

Basis
Een stof kan ook opgelost zijn in water:

NaCl(aq)

Of vast zijn: 

H2O(s) 

Slide 12 - Slide

Basis
Soms zijn er 2 moleculen of atomen van een soort aanwezig, dat ziet er zo uit: 

2 moleculen water: 2H2O (l)
Coëfficient
Met dit getal wordt het aantal moleculen weergegeven. 

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Reactievergelijking
Hiervoor maken we gebruik van een reactievergelijking:

Water (l) -> Waterstof (g) + Zuurstof (g) wordt dan:
H2O (l) -> H2 (g) + O2 (g)

Maar nu hebben we een probleem. Als we atomen voor de pijl en na de pijl gaan tellen klopt het niet meer. 

Slide 15 - Slide

Reactievergelijking 

Slide 16 - Slide

Nu zelf gaan oefenen volgens stappenplan
1. Schrijf eerst voor jezelf het reactieschema op.  
2. Schrijf daaronder de reactievergelijking (symbolen) op. 
3. Zet nu onder elk atoom een pijltje naar beneden en schrijf het aantal atomen op. Doe dit zowel vóór als ná de pijl. 
4. Kijk nu of de aantallen voor en na de pijl gelijk zijn, zo niet, maak kloppend. 
Denk om de fases in haakjes er achter! Neem deze fases ook mee in stap 2. 
Let op! Soms komt er een atoom meerdere keren voor  of na de pijl voor. Vooral Zuurstof (O) heeft hier een handje van. Zie je meerdere atomen voor de pijl, dan horen die bij elkaar. Net als na de pijl. 

Slide 17 - Slide

Opdracht:
Stel de reactieschema op van de reactie:
- ijzer met zuurstof waarbij de vaste stof ijzeroxide ontstaat.
- Stel nu de reactievergelijking op van deze reactie, de formule van ijzeroxide is Fe2O3.

timer
5:00

Slide 18 - Slide

Reactieschema: ijzer (s) + zuurstof (g) -> ijzeroxide (s)
Reactievergelijking: Fe2 (s) + O2 (g) -> Fe2O3 (s)

Slide 19 - Slide

Aan de slag met :
Werkboek B:
Par. 4.5 doornemen en maak de vragen 63 t/m 70.

Slide 20 - Slide

Water ontleden, maak de reactievergelijking gelijk, maak een screenshot en lever in.

Slide 21 - Open question

Ammonia maken, maak de reactievergelijking gelijk, maak een screenshot en lever in.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Methaan verbranden, maak de reactievergelijking gelijk en maak een screenshot en lever in.

Slide 24 - Open question

Aan de slag
LEES de tekst van 4.5 en MAAK de opdrachten

Slide 25 - Slide