What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
So-BK-Verbranding
So paragraaf 1 t/m 3 verbranding
Neem rustig de tijd om de vragen goed te lezen.
Heel veel succes.
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
So paragraaf 1 t/m 3 verbranding
Neem rustig de tijd om de vragen goed te lezen.
Heel veel succes.
Slide 1 - Slide
Ingeademde lucht bevat meer waterdamp dan uitgeademde lucht.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
Door te sporten of te zingen krijg je sterkere longen.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Bij gewone ademhaling vindt alleen borstademhaling plaats.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
In je lichaam vindt verbranding alleen bij lichamelijke inspanning plaats.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
De luchtpijp vertakt zich in twee bronchiën.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Smog is luchtvervuiling die vooral bestaat uit bacteriën en virussen.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Op de plek van ① moet stikstof worden ingevuld.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Op de plek van ② moet koolstofdioxide worden ingevuld.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Dit proces levert brandstof op.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Door het rennen vindt er in het lichaam van het meisje meer verbranding plaats.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Door het rennen gaat het hart van het meisje sneller kloppen.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
In de winter gebruikt het lichaam van een mens meer brandstof dan in de zomer.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Gaswisseling vindt vooral plaats in de mondholte en de neusholte.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Welke stof is een indicator voor koolstofdioxide?
A
Kalkwater
B
Maagzuur
C
H2o
D
Zuurstof
Slide 15 - Quiz
Wanneer kan er veel koolstofdioxide in een vol klaslokaal komen?
A
Als er veel fijnstof in de lucht zit
B
Als er niet goed geventileerd word
C
Als er te weinig bewogen word
D
Als het buiten te warm is
Slide 16 - Quiz
Welke leerling geeft, of welke leerlingen geven een goed antwoord op de vraag van de docent?
A
Alleen Rachel.
B
Alleen Sandra.
C
Alleen Tanja.
D
Alleen Rachel en Sandra.
Slide 17 - Quiz
Zuurstof speelt een rol bij de verbranding van kaarsvet.
Welke rol?
A
Bij de verbranding van een kaars ontstaat zuurstof.
B
Bij de verbranding van een kaars wordt energie omgezet in zuurstof.
C
Bij de verbranding van een kaars wordt zuurstof omgezet in energie.
D
Bij de verbranding van een kaars wordt zuurstof verbruikt.
Slide 18 - Quiz
Wanneer is het zuurstofgehalte van de lucht in een longblaasje het hoogst?
A
Tijdens het inademen.
B
Tijdens het uitademen.
C
Vlak na het inademen.
D
Vlak na het uitademen
Slide 19 - Quiz
Wat kan er onmiddellijk na een volledige inademing met borstademhaling plaatsvinden?
Er zijn twee antwoorden goed.
A
Inademing met borstademhaling.
B
Inademing met buikademhaling.
C
Uitademing met borstademhaling.
D
Uitademing met buikademhaling.
Slide 20 - Quiz
René rent. Wat geldt dan voor zijn hartslag en ademhaling?
A
Zijn hartslag en ademhaling zijn beide sneller dan in rust.
B
Zijn hartslag is sneller, zijn ademhaling langzamer dan in rust.
C
Zijn hartslag is langzamer, zijn ademhaling sneller dan in rust.
D
Zijn hartslag en ademhaling zijn beide langzamer dan in rust.
Slide 21 - Quiz
Hoe heet deel 1?
Slide 22 - Open question
Hoe heet deel 7?
Slide 23 - Open question
Een meisje ademt uit tegen een ruit, hierbij beslaat de ruit.
Waardoor beslaat de ruit?
A
Doordat uitgeademde lucht viezer is.
B
Door koolstofdioxide in de uitgeademde lucht.
C
Door waterdamp in de uitgeademde lucht.
D
Door hitte in de uitgeademde lucht.
Slide 24 - Quiz
Houden de neusharen stofdeeltjes tegen?
A
ja
B
nee
Slide 25 - Quiz
Is de binnenkant van de bronchiën bekleed met slijmvlies?
A
ja
B
nee
Slide 26 - Quiz
Bevat frisse lucht veel zuurstof en weinig koolstofdioxide?
A
ja
B
nee
Slide 27 - Quiz
Is verbranding mogelijk zonder zuurstof?
A
ja
B
nee
Slide 28 - Quiz
Vier pijlen zijn genummerd. Welke weg wordt door pijl 3 weergegeven?
A
De weg die lucht aflegt bij het inademen.
B
De weg die het voedsel aflegt bij het slikken.
C
De weg die het voedsel aflegt bij het verslikken.
D
De weg die lucht aflegt richting de maag.
Slide 29 - Quiz
Welke pijl geeft de richting aan waarin koolstofdioxide gaat, pijl P of pijl Q?
A
P
B
Q
Slide 30 - Quiz
Klaar
Even nog op inleveren klikken en dan mag je in stilte iets voor jezelf gaan doen....
Slide 31 - Slide
More lessons like this
oefenen voor deeltoets verbranding en ademhaling
October 2023
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
oefentoets verbranding en ademhaling skd
25 days ago
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
toets leerjaar 2 basis thema 1 verbranding en ademhaling
October 2022
- Lesson with
27 slides
toets thema 1 Verbranding en ademhaling 2 vmbo-bk BVJ MAX 22/23 IK
16 days ago
- Lesson with
38 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Oefen toets
September 2023
- Lesson with
27 slides
Bio
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Leerroute 2
oefentoets verbranding
October 2022
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Herhalingsles B 1 en 2
September 2020
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Th1 B5: Stofwisseling Max
July 2022
- Lesson with
44 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2