hst 6 paragraaf 1 deel 2 "wet van ohm"

hst 6.1 deel 2 "wet van ohm"
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hst 6.1 deel 2 "wet van ohm"

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  • Na deze les kan je met behulp van de formule  R= U / I de weerstand uitrekenen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Symbool weerstand
Hoe teken je een weerstand in een schakelschema? 

Je gebruikt het symbool in het plaatje hiernaast. 

Slide 4 - Slide

Weerstand
Allerlei stoffen zoals in de afbeelding hiernaast remmen de elektronen maar een beetje af. 
Ze bieden een beetje weerstand tegen de beweging van de elektronen. 
Deze stoffen worden weerstanden genoemd.
Hoeveel de elektronen worden tegenhouden noemen we elektrische weerstand.
Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de elektronen door een materiaal heen bewegen.

Slide 5 - Slide

Wet van Ohm
De elektrische stroomsterkte hangt af van twee dingen:
  • de spanning 
  • de weerstand. 

Spanning kun je vergelijken met de kracht waarmee de elektrische deeltjes vooruit geduwd worden. 

Hoe hoger de spanning, hoe groter de stroomsterkte. 

Hoe groter de weerstand, hoe lager de stroomsterkte. 

Slide 6 - Slide

Wet van Ohm

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Weerstand berekenen
Weerstand kun je berekenen.
Daarvoor moet je de volgende begrippen kennen:

  • R= Weerstand in ohm 
  • U = spanning in volt
  • I = stroomsterkte in ampere

Je gebruikt dan de wet van Ohm, om de weerstand uit te rekenen, die is weergegeven in de formule.                          of                            (de formules zijn hetzelfde)
R=IU
U=RI

Slide 9 - Slide

Wet van Ohm

Slide 10 - Slide

Weerstand
De SI eenheid voor elektrische weerstand is Ohm.

Het symbool hiervoor is: Ω

We zeggen dus bijvoorbeeld:
Een weerstandje kan een weerstand hebben van 20 ohm. 

Slide 11 - Slide

Omrekenen

Slide 12 - Slide

Wat is de spanning over de weerstand?

Slide 13 - Slide

Stappen
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord +eenheid

Slide 14 - Slide

Uitwerking opdracht 1

Slide 15 - Slide

Opdracht 2

Slide 16 - Slide

Uitwerking opdracht 2
Gegevens:
I = 1,2 A
R= 15 Ohm

Gevraagd:
U

Oplossing:
U = I x R
U = 1,2 x 15
U = 18 V

Slide 17 - Slide