6.4 Rekenen met letters

Goedemiddag TL1a 
Startklaar:

Schrift, boek en etui op tafel
Pak een wisbordje en stift

Djamil is verantwoordelijk voor de wisbordjes aan het einde van de les





1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemiddag TL1a 
Startklaar:

Schrift, boek en etui op tafel
Pak een wisbordje en stift

Djamil is verantwoordelijk voor de wisbordjes aan het einde van de les





Slide 1 - Slide

Deze les
Even herhalen
Huiswerk 
Uitleg 6.4 - rekenen met letters 
Werktijd en vragen 

Exitticket


Slide 2 - Slide

Leerdoelen vorige les (5)
Je kunt de grafiek van een kwadratische formule tekenen.

 

Je kunt de volgende begrippen uitleggen:
parabool, tabel kwadratische formule, assenstelsel, vloeiende kromme

Slide 3 - Slide

Huiswerk vorige les
Welke vragen zijn er?

Slide 4 - Slide

Huiswerk--> geen vraagtekens!
  1. Bij elke vraag schrijf je altijd de gegevens op, je maakt een schets en schrijft op wat je moet berekenen.
  2. Tot hoe ver ging het goed? Staan 1 en 2 in je schrift?
  3. Wat lukt niet meer? Wat heb je gedaan om een antwoord te krijgen? Schrijf op wat je hebt gedaan.
  4. Welke vraag wil je hierover stellen? Zet de vraag in je schrift bij de opgave.



Slide 5 - Slide

Leerdoelen deze les (6)
Je kunt een product met letters herleiden.
Je kunt een som met gelijksoortige termen herleiden.

Je kan de volgende begrippen uitleggen:
product , factoren, som , termen, herleiden, werkschema herleiden




Slide 6 - Slide

Hoeveel meter hek?

Slide 7 - Slide

Hoeveel meter hek?
Als 





x=10

Slide 8 - Slide

Hoeveel meter hek?
Als 
Als 




x=10
x=25

Slide 9 - Slide

Hoeveel meter hek?
Als 
Als 

Hoe heb je dit uitgerekend?


x=10
x=25

Slide 10 - Slide

Hoeveel meter hek?
Als 
Als 

Hoe heb je dit uitgerekend?
Kan dit korter geschreven worden?

x=10
x=25

Slide 11 - Slide

Theorie H

Dit is een vermenigvuldiging, een ander woord is product.
De 5 en a noem je factoren.

Dus: een product is een keer som, wat je keer elkaar doet of deelt door elkaar noem je een factor.

5a=5a

Slide 12 - Slide

Theorie H

Dit is optellen, een ander woord is som.
De dingen die je optelt noem je termen.

Dus: een som is een optelsom, wat je bij elkaar optelt of aftrekt noem je een term.

a+a+a+a+a

Slide 13 - Slide

Herleiden: is korter schrijven


Getallen keer elkaar, letters keer elkaar.

Nu cijfers voorop, daarna letters op alfabetische volgorde

37b
7b+7b+7b
37=21
b=b
37b=21b

Slide 14 - Slide

Theorie H

Slide 15 - Slide

Werkschema herleiden

Slide 16 - Slide

Onthouden!

Slide 17 - Slide

Iedereen met de bordjes

Slide 18 - Slide

Hoe nu met optellen?

Slide 19 - Slide

Hoe nu met optellen?

Slide 20 - Slide

Iedereen met de bordjes

Slide 21 - Slide

Huiswerk vr 14 maart
63,64,65,72,73




                                                                                            

Slide 22 - Slide

Exitticket 
Zet je naam op het blaadje. 
Omcirkel het juiste antwoord.
Let op: er zijn 2 vragen.
Lever je ticket in.


                                                              

Slide 23 - Slide