Voorbereiding toets

Voorbereiding toets
Binnen = beginnen

Opdracht: Het gebit

Klaar? Kijk jezelf na
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voorbereiding toets
Binnen = beginnen

Opdracht: Het gebit

Klaar? Kijk jezelf na

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
* Je bent voorbereidt op de toets over het thema 'Voeding en vertering'

Slide 2 - Slide

Wat ga je doen?

Bereid je voor op de toets:
* Diagnostische toets 
* Flitskaarten
* Samenvatting
* Nakijken

* Lessonup
Extra instructie

* Enzymen/conserveren

* Voedingsstoffen en leefstijl

* Verteringsstelsel

* Planteneter, vleeseter en alleseter

Slide 3 - Slide

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm

Slide 4 - Drag question

Hoe heet het buitenste laagje van je tand?
A
Wortel
B
Glazuur
C
Cement
D
Buitenste laagje

Slide 5 - Quiz

Je wilt weten of ergens zetmeel in zit. Met welk spul doe je dat?
A
Magnesium
B
Rijst
C
Zetmeeloplossing
D
Jodium

Slide 6 - Quiz

Horen vezels bij de voedingsstoffen?
A
Ja, door vezels gaan je darmen goed werken
B
Ja, vezels zuiveren je bloed
C
Ja, door vezels gaan je darmen goed werken
D
Nee, vezels worden niet opgenomen in je bloed

Slide 7 - Quiz

Welke functie heeft vitamine C?
A
Brandstof
B
Beschermende stof
C
Reservestof

Slide 8 - Quiz

Hoe is melk die ongeopend niet in de koeling bewaard hoeft te worden behandeld?
A
Gesteriliseerd
B
Gepasteuriseerd
C
Onbewerkt
D
Vacuüm verpakt.

Slide 9 - Quiz

Wat doet een 'knip' enzym?

Slide 10 - Open question

Wat is de grondstofwisseling?
A
De energie die het kost om je in leven te houden
B
De energie die je verbruikt als je aan het bewegen bent.
C
Het energieverbruik om groente en fruit mee te verbouwen
D
Het energieverbruik tijdens het ploegen van de akkers

Slide 11 - Quiz

Joodoplossing is een indicator voor zetmeel.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

De maag heeft darmperistaltiek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Waar worden eiwitten verteerd?
A
Mond, maag, dunne darm
B
Mond, 12-v. darm, dunne darm
C
Maag, 12-v. darm, dunne darm
D
Maag, dunne darm

Slide 14 - Quiz

Waar worden koolhydraten verteerd?
A
Mond, maag, dunne darm
B
Mond, 12-v. darm, dunne darm
C
Maag, 12-v. darm, dunne darm
D
Maag, dunne darm

Slide 15 - Quiz

In de maag gaan de meeste bacteriën dood.
Hoe komt dat?
A
Door de kneedbewegingen in de maag
B
Door de temperatuur van de maag
C
Door het zoutzuur in de maag

Slide 16 - Quiz

Het pijtje geeft weer
A
Maag
B
Galblaas
C
Rectum
D
Alvleesklier

Slide 17 - Quiz

Waar wordt gal gemaakt?
A
Galblaas
B
Gal
C
Twaalfvingerige darm
D
Lever

Slide 18 - Quiz

Gal emulgeert vet.
Wat houdt dat in ?
A
Gal breekt vet af tot vetzuren
B
Gal maakt van grote vetdruppels kleine vetdruppels
C
Gal breekt zetmeel af tot glucose
D
Gal maakt kleine bolletjes van zetmeel.

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de verschillen qua darmen tussen een koe en een hazewindhond?

Slide 20 - Open question

In welk orgaan wordt het te veel
aan water in de voedselbrij opgenomen?
A
Twaalfvingerige darm
B
Dikke darm
C
Dunne darm
D
Slokdarm

Slide 21 - Quiz

Wat hoort niet bij planteneters?
A
Lang verteringsstelsel
B
Knipkiezen
C
Plooikiezen

Slide 22 - Quiz

Uit het gebit van een dier kan afgeleid worden wat voor soort voedsel zo’n dier vooral eet.
Wat voor soort voedsel zal Bèr vooral gegeten hebben?

A
vooral plantaardig voedsel
B
vooral dierlijk voedsel
C
zowel plantaardig als dierlijk voedsel

Slide 23 - Quiz

Check out
* Bedenk een vraag over dit thema (schrijf deze op de voorkant van je wisbordje, schrijf het antwoord op de achterkant)
* Wissel je wisbordje uit en probeer de gekregen vraag te beantwoorden.
* Bespreek de vraag en het antwoord samen

Slide 24 - Slide