Medicijnen les 3 flexgroep

                                 Medicatie les 3 flexgroep






                                                                                                                                  JG
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

                                 Medicatie les 3 flexgroep






                                                                                                                                  JG

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen
  • Je benoemt de richtlijnen en protocollen rondom medicatieveiligheid.
  • Je legt uit welke zorgprofessional onder welke voorwaarden medicatie voor mag schrijven.
  • Je legt uit wat het doel is van het voorschrijven van medicatie.
  • Je benoemt de verschillende indicaties voor het toedienen van medicatie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van medicatie?
(denk ook aan de terminologie)

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Doel van medicijnen
  • Curatief/causaal (genezen)
  • Preventief/profylaxe (voorkomen)
  • Symptoom bestrijden
  • Aanvullen van tekorten
  • Diagnostiek (diagnose stellen)
  • Placebo (bij onderzoek naar medicatie)

Slide 4 - Slide

Preventief/profylactisch = voorkomen van een ziekte (bijv. vaccinatie of middelen tegen wagenziekte)

curatief /causaal= bestrijden van de oorzaak dus behandeling (antibiotica keelontsteking)

symptomatisch= symptomen aanpakken bijv. ontstekingsremmende pijnstilling 

substitutie = aanvullen van tekorten (bijv. testosteron of insuline)

diagnostisch= om een diagnose te kunnen stellen bijv. radio actieve vloeistof bij een pet scan





bijv. corona
vaccin
bijv.
paracetamol
Voorkomen van ziekte
Verminderen van klachten door suggestie
Bestrijden of verzachten van de gevolgen van een ziekte
Bestrijden van de oorzaak van een ziekte
profylactische werking
causale werking
symptoom-
bestrijding
Placebo
bijv. antibiotica

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Vormen van medicijnen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Tabletten, dragees en capsules kunnen zo gemaakt zijn dat de werkzame stof niet in de maag, maar pas in de dunne darm vrijkomt. Hierdoor kan het maagzuur het medicijn niet aantasten.
Deze medicijnen mogen nooit gekauwd, gebroken of gemalen worden.

Zetpillen bestaan uit een gemakkelijk smeltende stof waarin de geneesmiddelen zijn verwerkt. Het geneesmiddel wordt via de slijmvlieswand van de darmen snel in het bloed opgenomen.


Naamgeving medicatie
  • Chemische naam = nauwkeurige beschrijving van de atomen die de stof bevat 
     (Para-acetylaminofenol)

  • Stofnaam of generieke naam = beschrijving van de stof(fen) die in het medicijn zitten (paracetamol) onder deze naam herkennen wij vaak de werking van het medicijn

  • Merknaam = fantasienaam verzonnen 
     door fabrikant

Slide 8 - Slide

® betekent
dat het een geregistreerd handelsmerk is en dat
niemand anders die naam mag gebruiken
Medicatie die oraal of rectaal wordt ingenomen noemen we een ....... toediening
A
Enterale
B
Parenterale
C
Pulmonaal
D
Transdermaal

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Risico's medicijngebruik
  • Bijwerkingen
  • Cumulatie (NF, LF)
  • Interactie
  • Verslaving
  • Gewenning/tolerantie

Slide 10 - Slide

Bijwerkingen:
Niet gewenste en schadelijke effecten van een geneesmiddel
waarvan de gebruikelijke dosering is gegeven

Cumulatie: Wanneer het middel te vaak
wordt gegeven is de vorige
dosis nog niet voldoende
uitgescheiden en stijgt de
plasmaconcentratie
vootdurend. Dan ontstaat
ophoping of cumulatie van
het geneesmiddel tot
toxische of zelfs lethale
dosis

interactie:
Een wisselwerking tussen medicijnen die tot verandering in de werking en bijwerkingen kunnen leiden

gewenning: Je lichaam went aan het medicijn en je hebt een steeds hogere dosis nodig om hetzelfde effect te ervaren.



Een waarschuwing dat dit medicijn  invloed heeft op o.a. je concentratie.

Dit staat vaak op een antibioticakuur

Maagsapresistente tabletten, tabletten met gereguleerde afgifte en tabletten met een vieze smaak hebben iets gemeen, wat?

Een aerosol in een geneesmiddel dat je altijd moet ... voor gebruik.

Geneesmiddelen kunnen blijven hangen in de slokdarm, welke waarschuwingssticker hoort er bij?

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Contra-indicatie
  • Een reden om het medicijn NIET te gebruiken omdat het medicijn een aandoening of ziekte verergert.

  • absoluut = absoluut niet geven

  • relatief = oppassen bij het geven

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Medicatieproces
  1. Voorschrijven medicatie door arts op recept (3 maanden geldig)
  2. Klaarmaken en afleveren medicatie door apotheek
  3. Afspraken maken met de cliënt over verantwoording
  4. Uitzetten van medicatie (indien geen Baxter)
  5. Aanreiken van medicatie
  6. Inname van medicatie door cliënt
  7. Registreren en aftekenen van medicatie
  8. Signaleren en rapporteren van (bij)werkingen
  9. Evaluatie van de behandeling
  10. Overdracht van medicatie bij verhuizing van de cliënt

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bewaren van medicatie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bijsluiter
  • Samenstelling
  • Indicatie: Waar wordt het middel voor gegeven?
  • Werking
  • Dosering 
  • Bijwerkingen
  • Gebruik tijdens zwangerschap
  • Wijze van inname
  • Waarschuwingen 
  • Werkzame stof en hulp-/vulstoffen
Alles moet benoemd worden op bijsluiter i.v.m.
overgevoeligheid

Slide 15 - Slide

waarschuwingen
Met welke geneesmiddelen gaat het middel
niet goed samen
• Niet innemen met melk, grapefruitsap…

• Wanneer kun je het beter niet innemen
(contra-indicatie)

hulpzame stoffen of vulstoffen
bijvoorbeeld zetmeel
Dosering
  • Normdosering= standaarddosis/   gebruikelijk dosis bij volwassenen

  • Doseringsinterval= tijd die zit tussen inname van de verschillende doseringen van het geneesmiddel
    –> Instellen tot een evenwichtssituatie            “steady state”


Slide 16 - Slide

Bij pijnmedicatie bouw je met de juiste dosering een goede concentratie aan pijnstilling op. De zogeheten 'spiegel'.

Extra aandacht is nodig bij oudere zorgvrager omdat:
  • Vaak minder goede nier- en leverfuncties
  •  Gebruiken vaak veel medicatie daardoor meer interactie
  • Meerdere aandoeningen, bijwerkingen kunnen worden gemaskeerd
  • Minder therapietrouw (geheugenproblemen, visusproblematiek, functionele problemen)
  • Bij bloeddrukverlagende medicatie meer kans op orthostatische hypotensie waardoor groter valrisico

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat check je bij het geven van medicatie?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Controleren van medicatie
Bijsluiter
Regel van 5

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tips medicatieveiligheid
  • Voel je je bekwaam in voorbehouden en risicovolle handelingen?
  • Wees je bewust van de risico’s in het medicatieproces
  • Noteer afspraken over medicatie toedienen in het zorgplan
  • Als zorgmedewerker heb je een signalerende functie
  • Zorg voor een duidelijke toedienlijst en actueel medicatieoverzicht

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

  • Let op dat de medicijnen goed bewaard worden
  • Zorg ervoor dat je ongestoord kunt werken met medicatie
  • Dubbele controle van risicovolle medicijnen is voor de veiligheid van de cliënt
  • Meld altijd medicatiefouten

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Wat is een contra-indicatie?
A
een reden om een medicijn te geven
B
een reden om het medicijn NIET te geven
C
verslaving
D
giftige hoeveelheid

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt verstaan onder cumulatie van medicijnen?
A
te veel medicijnen
B
ophoping van medicijnen
C
afhankelijkheid
D
steeds meer nodig voor dezelfde werking

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke medicatiefouten worden het meeste gemaakt?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Te laat gegeven
B
Verkeerde cliënt
C
Te hoge of lage doseringen
D
Verkeerde combinaties

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn bijwerkingen van medicijnen?
A
ophoping van medicijnen in het lichaam
B
de invloed van de medicijnen op elkaars werking
C
steeds meer nodig voor dezelfde werking
D
een ongewenste reactie bij een normaal gebruik

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Een dragee is...
A
een zetpil
B
een tablet met een suikerlaagje
C
een soort injectie
D
een bruistablet

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeeld van een symptoombestrijder is ......
A
Antibiotica
B
Hormonen
C
Pijnstiller
D
Maagmiddel

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je als eerste wanneer er een medicatiefout is gemaakt?
A
Melden bij leidinggevende
B
MIC invullen
C
Huisarts/arts raadplegen
D
Onderzoeken waarom het fout gegaan is

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

De reden waarom iemand een medicijn voorgeschreven krijgt noemen we een:
A
contra-indicatie
B
indicatie

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht
Je hebt vast weleens medicatie gebruikt. Beantwoord de volgende vragen.
1. Was de medicatie op voorschrift of heb je deze zonder recept gekocht?
2. Heb je de bijsluiter van de medicijnen gelezen? Leg uit waarom wel of niet.
3. Heb je toen last gehad van bijwerkingen van het medicijn?
4. Kun je een voorbeeld geven van vervelende bijwerkingen van medicijnen (wellicht uit eigen ervaring)?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2 (voorbereiding praktijk en toets)
Beschrijf in je eigen woorden zo duidelijk en concreet mogelijk wat de volgende begrippen betekenen.
1. chemische naam/soortnaam
2. stofnaam/generieke naam
3. merknaam
4. bijwerking
5. cumulatie
6. interactie
7. placebo-effect


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van deze lesvorm?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions