Zeekleilandschap

Zeekleipolder
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zeekleipolder

Slide 1 - Slide

Zeekleipolder
De zeekleilandschappen van:

 Groningen
Friesland
Noord-Holland
Zeeland

Slide 2 - Slide

Wat is het?
Polder: stuk water dat drooggelegd is.

Stukken land die gewonnen zijn van de zee.

Geen duinen, maar dijken.

Getijdegebieden

Slide 3 - Slide

Om te voorkomen dat land overstroomde, legde men een zeedijk aan.

Slide 4 - Slide

Het nieuw ontstane land werd dan voorzien van een dijk, om te voorkomen dat dit gebied weer zou overstromen.
- Nieuwe zeedijk
- Oude zeedijk

Slide 5 - Slide

De nieuwere delen liggen hoger (dit komt door de sedimentatie).
 
- Nieuwland
- Oudland

Slide 6 - Slide

In welke provincie is geen zeeklei te vinden?
A
Groningen
B
Friesland
C
Flevoland
D
Zeeland

Slide 7 - Quiz

Er wordt een nieuwe dijk aangelegd wanneer er door de zee genoeg .......... heeft plaatsgevonden.
A
Sedimentatie
B
Water-erosie
C
Mechanische verwering
D
Chemische verwering

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De natuurlijke bescherming tegen de zee zijn ............. .
Daar waar er geen duinen waren, gingen mensen .................. bouwen. Dit zorgde ervoor dat het land niet ging ......................... .
Zo'n bescherming tegen de zee heet een .................... .
Tegen de dijk vond er .......................... plaats.
Uiteindelijk vormde zich nieuw land.
Dit nieuwe land ligt .................. dan het oude land.
Duinen
Dijken
Overstromen
Zeedijk
Sedimentatie
Hoger
Lager
Erosie
Terp

Slide 14 - Drag question

Er zijn veel weilanden en akkers te vinden omdat.....
A
Koeien hier graag lopen
B
De grond vruchtbaar is
C
Het een gewoonte is
D
De grond erg zout is

Slide 15 - Quiz

Terpdorpen komen alleen in de buurt van de zee voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Vragen?

Slide 17 - Slide

In laagveengebieden vinden we geen/weinig ......
A
Plassen
B
Meren
C
Rivieren
D
Kanalen

Slide 18 - Quiz

Hoogveen heet zo omdat ......
A
Het in Hoog-Nederland te vinden is
B
Het veen boven NAP ligt
C
Het veen het hoogste punt in de omgeving is
D
Het grondwater hoog boven het veen uitkomt

Slide 19 - Quiz