TM MOD 2 Cellen, weefsels en organen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

ZZO.3SA
5
Spijsverteringsstelsel
A4
Ziekte Spijsvertering
P8
6
TM
-
7
Voedingsleer
Urinewegstelsel
A5
8
Ziekte urinewegen
P9
Vochtbalans
9
Uitloop/herhaling/TM
Uitloop/herhaling/TM
Wk
1
Kennismaken orientatie anatomie
Cellen en weefsels
A2
2
Huid
A3
Huidziekten
P11
3
Infecties en tumoren
P3
TM
4
Bewegingsstelsel
A8
Gewrichts-
ziekten
P10

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Na deze lessen weet je: 

  1. Hoe een cel is opgebouwd
  2. Hoe celdeling werkt
  3. Welke vier basistypen weefsel er zijn, wat hun taken zijn en welke kenmerken ze hebben

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom zouden jullie over cellen moeten leren?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Cel basis
Teken een cel en benoem nr 1, 2 en 3 en schrijf er bij wat het inhoud.

  1. Celwand
  2. Celkern
  3. Cytoplasma

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Celwand
Andere naam = celmembraan​

  • grens binnen/buiten cel 
  • uitwisseling stoffen met omgeving
  • “semi-permeabel” (selectief doorlatend)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Cytoplasma
Cytoplasma = werkplaats van een cel​
Water 70% + vet, eiwit, koolhydraat, vitamine, ​zuurstof, mineralen​

In het cytoplasma zitten celonderdelen = organellen
Voeren celstofwisseling uit. 
Elk organel eigen taak




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Celkern
De meeste cellen hebben een celkern = informatie voor leven


Vloeistof + kernlichaampjes + chromosomen

Slide 8 - Slide

Elke lichaamscel bezit een kern behalve de rode bloedcel.
Ook cellen met meerdere kernen zoals spiercellen en cellen van skelet
Chromosomen
Bevatten DNA​
Erfelijke eigenschappen​

23 paren (= 46 chromosomen)​
=> 22 normaal​
=> 1 ‘geslachtschromosoom’​

Vrouw = XX​
Man = XY​





Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Intracellulaire vloeistof

Vloeistof binnen in de cel 
(cytoplasma)
Extracellulaire vloeistof

Vloeistof buiten de cel

Bestaat uit:
Bloedvocht, hersenruggenmergvocht, lymfevocht en weefselvocht.
Weefselvocht: tussen de cellen (intercellulaire vloeistof)

Slide 11 - Slide

Weefselvocht bevochtigd alle cellen behalve buitenste huidlaag. Zorgt dat de cel voedsel krijgt en voert zijn afvalstoffen af 
Homeostase
Letterlijk: gelijk blijven

Omstandigheden in de cel en lichaam moeten gelijk blijven.

Veel controle en regelsystemen in het lichaam

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Uitwisseling stoffen
Diffusie
Opgeloste stoffen gaan vanuit een plaats met een hoge concentratie naar plaats met een lagere concentratie. 

Osmose
De stoffen blijven op hun plaats, maar nu verplaatst de oplossingsvloeistof

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Actieve uitwisseling stoffen
Hulpstoffen (vervoerseiwitten) nodig voor uitwisseling
Dit kost een cel energie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Celdeling
Voor: 
  1. Groei​
  2. Vervangen oude cellen​
  3. Reparatie 




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Celdeling
2 manieren:
  • Mitose 
  • Meiose

Filmpje: 
Schrijf, na de film, het verschil op tussen mitose en meiose. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Terug naar de basis...
Hoe deelt een cel?

Opdracht
  1. Leg de celdeling in juiste volgorde. 
  2. Beschrijf per plaatje in je eigen woorden wat er gebeurd
timer
7:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Mitose
  • Kerndeling​
  • Maakt normale cellen​
  • 46 chromosomen


Meiose
  • Reductiedeling​
  • Maakt eicellen / zaadcellen ​
  • 23 chromosomen


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Weefsels
Groep cellen die op dezelfde manier zijn opgebouwd en op dezelfde manier werken.
4 basistype:
  • Dekweefsel
  • Bindweefsel
  • Spierweefsel
  • Zenuwweefsel

Slide 21 - Slide

 Een andere naam voor dekweefsel is epitheelweefsel. Epi betekent in dit verband buiten. Epitheelweefsel kun je in twee hoofdgroepen onderscheiden: bedekkend epitheel en klierepitheel
Opdracht. Vul in:
Kenmerken
Soorten
Taken
Bouw
Dekweefsel
Bindweefsel
Spierweefsel
Zenuwweefsel

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Maak de weefsel tabel thuis af en lever volgende les in.

Kijk de 2 filmpjes die in deze presentatie zitten over diffusie/osmose en over mitose/meiose.


Slide 23 - Slide

This item has no instructions