Les 4 Hoofd en romp

Les 4 Hoofd en romp
Hoofd 

1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 4 Hoofd en romp
Hoofd 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen les 4

De student kent de anatomie van de wervelkolom
De student kent de functie van de wervelkolom
De student kent het verschil tussen lordose en kyfose
De student kent de basisvorm van een wervel
De student kent de anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje
De student weet wat een tussenwervelschijf is
De student kent de functie van bindweefselbanden van de wervelkolom
De student heeft kennis van de schedelbotten
De student kent de bouw van de borstkas

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maar eerst....
Even opfrissen!!
Wat weet jij nog van les 3??

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Botverbindingen (junctura) verbinden twee botten met elkaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Er zijn drie groepen botverbindingen:
bindweefselverbindingen
kraakbeenverbindingen
Synoviale gewrichten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeeld van een bindweefselverbinding is een verbinding tussen de tanden en de kaak.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Bindweefselverbindingen worden ook wel ligamenten genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vezelig kraakbeen is een primair kraakbeengewricht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Vezelig kraakbeen: bestaat uit veel collageenvezels en kan daardoor minder vervormen. (secundaire kraakbeengewrichten) Bijv. de tussenwervelschijven.

Een voorbeeld van Hyalien kraakbeen zijn de verbindingen bij de ribben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Synoviale gewrichten zijn de meest voorkomende soort botverbinding in ons lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De knie is een synoviaal gewricht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het heupgewricht is een synoviaal gewricht. Het valt onder de categorie: Rolgewricht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Het gewricht van het handwortelbeentje is een vlakgewricht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van gewrichtsvloeistof?
A
Vergroot de stevigheid van het gewricht.
B
Zorgt voor schokdemping.
C
Versterken de verbinding tussen de boteinden.
D
Zorgt ervoor dat een pees gemakkelijk over het bot kan glijden.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zat het nu ook alweer met de verschillende assen?
Onze synoviale gewrichten kunnen op verschillende manieren bewegen.

Hoeveel bewegingsassen zijn er?
Beluister de volgende dia. (2 min)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Laten we verder gaan met les 4!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Schedel

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Botten rondom schedel
De botten rondom de hersenen zijn met naden met elkaar verbonden. De hersenen liggen op de schedelbasis, die uit een aantal kleine botten bestaat.
In enkele botten zijn holtes, die in verbinding staan met de neusholte (neusbijholten, sinus paranasales). De neusbijholte in het voorhoofdsbeen heet voorhoofdsholte (sinus frontalis).

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aangezichtsbotten
De aangezichtsbotten zijn:
-  het neusbeen (os nasale)
-de bovenkaak (maxilla) met het jukbeen en de onderkaak (mandibula)
- de neusbijholte in de bovenkaak heet kaakholte (sinus maxillaris)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Schedel van een baby
Een baby heeft twee fontanellen tussen de schedelbotten. Bij de geboorte zijn de naden tussen de schedelbotten nog niet vastgegroeid. Daardoor is er ruimte voor de hersenen om te groeien. Er zijn bovendien twee grotere ruimtes tussen de botten: de voorste fontanel (ruitvormig) en de achterste fontanel (klein, driehoekig). Ze sluiten in de loop van 18 maanden.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Anatomie van de wervelkolom (ruggengraat)
7 halswervels (c1 t/m c7)
12 borstwervels (T1 t/m T12)
5 lendenwervels (L1 t/m L5)
heiligbeen (S1 tm S5)
Staartbeen (drie vergroeide wervels)

Tussen wervels bevinden zich de tussenwervelschijven

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie
van de wervelkolom?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Functie van de wervelkolom
Beweging van de romp en de hals
Stevig en stabiel staan.
Bescherming ruggenmerg (Centrale zenuwstelsel)
Tussenschijven zorgen voor flexibiliteit

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Spieren van de rug
- korte en lange spieren 
- stevigheid en houding
- beweging rug, schouder en bekken

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Lordose en Kyfose

Lordose --> Kromming richting de buik
Kyfose --> Kromming richting de rug

Wat is scoliose? 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Algemene structuur wervels

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Heiligbeen en het stuitje
De anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje

Wat valt je op?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Tussenwervelschijf
Kraakbeenweefsel (buitenste ring van de tussenwervelschijf)

Geleikern (Binnenste deel van de tussenwervelschrijf)
Opvangen 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Thorax
Een aantal ribben is met kraakbeen verbonden met het borstbeen. Het borstbeen is onderdeel van de schoudergordel, die de romp met de arm verbindt. De schoudergordel bestaat uit sternum, clavicula en schouderblad
(scapula). De schoudergordel verbindt de romp met de armen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Functie borstkas?

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Ribben
Aan elke zijde van de borstkas bevinden zich twaalf ribben. De ribben zijn aan de rugzijde met gewrichten verbonden met de thoracale wervels. Aan de voorzijde zijn de bovenste zeven ribben met ‘eigen’ kraakbeen verbonden met het borstbeen ( ware ribben). Andere ribben zijn via het kraakbeen van de zevende rib met het borstbeen verbonden ( valse ribben). De onderste ribben zijn zwevende ribben.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Bouw bekken(Pelvis)
de wervels van het heiligbeen (sacrum) aan de achterzijde.

links en rechts het heupbeen, dat bestaat uit drie aan elkaar gegroeide botten.
een kraakbeenschijf (schaambeenvoeg, symfyse) tussen de twee bekkenhelften aan de voorzijde.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Functie bekken
Het bekken draagt het gewicht van het bovenlichaam via het heupgewricht over op de benen. Daarnaast beschermt het de organen onder in de buik.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Doelen les 4

De student kent de anatomie van de wervelkolom
De student kent de functie van de wervelkolom
De student kent het verschil tussen lordose en kyfose
De student kent de basisvorm van een wervel
De student kent de anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje
De student weet wat een tussenwervelschijf is
De student kent de functie van bindweefselbanden van de wervelkolom
De student heeft kennis van de schedelbotten
De student kent de bouw van de borstkas

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

This item has no instructions

Wat heb je geleerd? Wat is je bijgebleven?

Slide 39 - Mind map

This item has no instructions

 Huiswerk
Zie learnbeat voor week 5.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions