This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Les 4 Wervelkolom
De wervelkolom
Krommingen van de wervelkolom
De algemene structuur van wervels
Halswervels
Borstwervels
De lendenwervels
Het heiligbeen
Het staartbeen/ stuitje
De tussenwervelschijf
Bindweefselbanden van de wervelkolom
Slide 1 - Slide
Doelen les 4
De student kent de anatomie van de wervelkolom De student kent de functie van de wervelkolom De student kent het verschil tussen lordose en kyfose De student kent de basisvorm van een wervel De student kent de anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje De student weet wat een tussenwervelschijf is De student kent de functie van bindweefselbanden van de wervelkolom
Slide 2 - Slide
Maar eerst....
Even opfrissen!!
Wat weet jij nog van les 3??
Slide 3 - Slide
Botverbindingen (junctura) verbinden twee botten met elkaar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Er zijn drie groepen botverbindingen: bindweefselverbindingen kraakbeenverbindingen Synoviale gewrichten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Een voorbeeld van een bindweefselverbinding is een verbinding tussen de tanden en de kaak.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Bindweefselverbindingen worden ook wel ligamenten genoemd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Een voorbeeld van Hyalien kraakbeen zijn de verbindingen bij de ribben.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Synoviale gewrichten zijn de meest voorkomende soort botverbinding in ons lichaam.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
De knie is een synoviaal gewricht.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Het heupgewricht is een synoviaal gewricht. Het valt onder de categorie: Rolgewricht.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Wat is de functie van gewrichtsvloeistof?
A
Vergroot de stevigheid van het gewricht.
B
Zorgt voor schokdemping.
C
Versterken de verbinding tussen de boteinden.
D
Zorgt ervoor dat een pees gemakkelijk over het bot kan glijden.
Slide 12 - Quiz
Hoe zat het nu ook alweer met de verschillende assen?
Onze synoviale gewrichten kunnen op verschillende manieren bewegen.
Hoeveel bewegingsassen zijn er?
Beluister de volgende dia. (2 min)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Laten we verder gaan met les 4!
Slide 15 - Slide
Anatomie van de wervelkolom (ruggengraat)
7 halswervels (c1 t/m c7)
12 borstwervels (T1 t/m T12)
5 lendenwervels (L1 t/m L5)
heiligbeen (S1 tm S5)
Staartbeen (drie vergroeide wervels)
Tussen wervels bevinden zich de tussenwervelschijven
Slide 16 - Slide
Wat is de functie van de wervelkolom?
Slide 17 - Mind map
Functie van de wervelkolom
Beweging van de romp en de hals
Stevig en stabiel staan.
Bescherming ruggenmerg (Centrale zenuwstelsel)
Tussenschijven zorgen voor flexibiliteit
Slide 18 - Slide
Lordose en Kyfose
Lordose --> Kromming richting de buik
Kyfose --> Kromming richting de rug
Wat is scoliose? Zoek maar op!
Slide 19 - Slide
Algemene structuur wervels
Slide 20 - Slide
Heiligbeen en het stuitje
De anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje
Wat valt je op?
Slide 21 - Slide
Tussenwervelschijf
Kraakbeenweefsel (buitenste ring van de tussenwervelschijf)
Geleikern (Binnenste deel van de tussenwervelschrijf)
Opvangen
Slide 22 - Slide
Terugkomen op de Doelen les 4
De student kent de anatomie van de wervelkolom De student kent de functie van de wervelkolom De student kent het verschil tussen lordose en kyfose De student kent de basisvorm van een wervel De student kent de anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje De student weet wat een tussenwervelschijf is De student kent de functie van bindweefselbanden van de wervelkolom