biologie gr 6 H6

• Biologie
• Basisschool
• Groep 6

Het weer

We leren deze les:

- dat de weersverwachting over een langere tijd niet altijd klopt.

- welke onderdelen van het weer je kunt meten en hoe.

- verschillende begrippen die bij het weer horen.

Lezen blz. 77

Wisselvallig weer

Het weer

Wat staat er in een weerbericht?

Waar gebruik jij het weerbericht voor?

Welk weerbericht is het nauwkeurigst?

1. Het weerbericht voor het komende weekend
2. Het weerbericht voor morgen
3. Het weerbericht van volgende week

Lezen blz. 78

Zonneschijn

0 uur

0,5 uur

4 uur

9 uur

Lezen blz. 78

Temperatuur

Als het vriest komt de temperatuur niet boven de nul graden Celsius.

1. Fout
2. Goed

Met een koortsthermometer kun je ook de buitentemperatuur meten.

1. Fout
2. Goed

Lezen blz. 79     

Wind

Thomas en Julia kijken naar een kerktoren. Op de toren staat een haan. De kop van de haan wijst naar het westen. Julia zegt: 'de wind komt uit het oosten'. Thomas zegt: 'de wind komt uit het westen'. Wie van de twee heeft gelijk?

1. Julia
2. Thomas

Thomas kijkt door het raam. Aan de overkant ziet hij rook uit de schoorsteen komen. De rook gaat recht omhoog. Welke windkracht hoort hierbij?

Lezen blz. 79

Neerslag

	temperatuur hoog in de lucht onder 0°C	temperatuur hoog in de lucht boven 0°C	temperatuur vlak boven de grond onder 0°C	temperatuur vlak boven de grond boven 0°C
natte sneeuw die niet lang blijft liggen
hagel die lang blijft liggen
het regent de pannetjes worden nat
ijzel
sneeuw die op straat blijft liggen