Je ziet zo meteen een paar keer de woorden 'telbaar' en 'ontelbaar' voorbij komen.
Telbaar betekent dat je iets kunt tellen: 1 apple, 2 apples. 1 car, 2 cars.
Ontelbaar betekent dat je iets niet kunt tellen:
1 money, 2 moneys kan niet! 1 snow, 2 snows kan niet!