This lesson contains 12 slides, with text slides.
Hoofdpersonen leer je goed kennen in een boek. Daarom kun je je goed inleven in een hoofdpersoon.
- wat zij/hij denkt of voelt
- wat zij/hij zegt en doet
Hoofdpersoon: - karaktereigenschappen (verlegen, zelfverzekerd)
- hoe zij/hij eruitziet
- waar, hoe en met wie zij of hij woont