1. start tarea 4

¡Buenos días!
Palma de Mallorca
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Palma de Mallorca

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
  • ¿Quién soy yo?

  • Vamos a corregir los deberes

  • LessonUp 

  • Tarea 4 

  • Los deberes 
Palma de Mallorca

Slide 2 - Slide

¿Quién soy yo?
  • Lanzarote (islas canarias)
  • Salamanca
  • Madrid
  • Murcia

Slide 3 - Slide

LAS SOLUCIÓNES
 pasarlo bien = het leuk vinden (zie woordenlijst 3.2)

Slide 4 - Slide

Het was een gedoe.
Ik vond het niet leuk.
Ik vond het heel leuk.
Het was leuk.
Ik heb een geweldige tijd gehad.
Het was erg interessant 
Meerdere antwoorden mogelijk. Controleer of je de zin goed begrepen hebt. Klopt je antwoord dan nog? Twijfel je, laat het door mij controleren. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

venció
vencer
fue
ser
levantó
levantar
recibió
recibir
se celebró
celebrarse
pudieron
poder
unir
unió
respuesta abierta
Ayer pudieron ir al supermercado. 
Gisteren konden zij naar de supermarkt gaan.
En agosto recibió un premio.
In augustus ontving hij een prijs.
Hace 4 años fue a España.
4 jaar geleden ging ik naar Spanje.

Slide 7 - Slide

a. Andrés visitó a María en su casa de la playa. 

b. Ayer Marta y Pedro discutieron. (namen kan je omdraaien)

c. La semana pasada estuve en Valencia. 

d. Carolina y Arturo enviaron el regalo por correo. (namen)

e. Mi hermano estudió cinco años en EE.UU.

f. Juan compró un regalo a Marta por su cumpleaños.
                           


Wat betekent EE.UU. ? 

Slide 8 - Slide

La lista de vocabulario
Compleet?

Slide 9 - Slide

Lista de vocabulario 3.2
de stad
de excursie
het weekend
met de trein/bus/fiets gaan
het eiland
De Middellandse zee 
de rugzak
de muur

Slide 10 - Slide

Lista de vocabulario 3.2
het strand
de eerste reis
het dorp
de vakantie
de bezoeker
een gedoe zijn

Slide 11 - Slide

Lista de vocabulario 3.5
in 2001
in augustus
in de zomer
afgelopen donderdag
vorige maand
vorige week

Slide 12 - Slide

Online overhoring
miércoles, 24 de febrero, sexta hora
Gramática: el pretérito indefinido 
Vocabulario: 2 + 3.2 + 3.5 

Slide 13 - Slide

LessonUp klassencode W3A
 zcxpo

Slide 14 - Slide

Wil je extra oefenen?
Libro del alumno
Pagina 68 en 69
opdracht 4, 5, 6 en 7

Libro de ejercicios: 
Opdrachten 4.7 + 4.10 abc + 4.11 
Antwoorden van specifieke oefeningen kan je vragen via magister mail.
pretérito indefinido

Slide 15 - Slide

Tarea 4
¿Cuál es nuestro objetivo?

Slide 16 - Slide

El pretérito perfecto

 



El pretérito indefinido


Je vertelt over iets wat in het verleden is gebeurd, maar die periode is nog niet afgesloten

Je vormt de perfecto door het hulpwerkwoord
haber (he/has/ha/hemos/habéis/han) + ADO/IDO

Er zijn specifieke signaalwoorden die aangeven dat je de perfecto dient te gebruiken. Zoals: ooit, dit weekend, deze maand, dit jaar, vandaag etc. Zie pagina 14 van je module. 

Er zijn onregelmatige vormen zoals: 
ver = visto, decir = dicho, hacer = hecho etc.


Je vertelt over iets wat in het verleden is gebeurd, de periode is geheel afgesloten

Je vormt de indefinido door onderstaande uitgangen.









Er zijn specifieke signaalwoorden die aangeven dat je de indefinido dient te gebruiken. Zoals: gisteren, drie jaar geleden, 2010, afgelopen dinsdag etc. Zie pagina 32 van je module.

Soms een onregelmatige stam en uitgang.

Slide 17 - Slide

Lees deze pagina goed door. Het bevat belangrijke informatie. Maak vervolgens de opdrachten op de volgende dia's.

Slide 18 - Slide

Schrijf de antwoorden in je schrift. Vergeet niet duidelijk voor de kantlijn te schrijven welke opdracht je maakt. Zo kan je de opdracht makkelijker terugvinden. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Los deberes

Maken: opdracht 4.2 (abc) uit de module is af 
Leren: grammatica pretérito indefinido
miércoles, 10 de febrero, sexta hora
Ronda
pagina 36/37

Slide 21 - Slide

Tips voor het leren
Het leerwerk van de pretérito indefinido is veel. Daarom raad ik je aan het niet in een keer te leren, maar het in stukken te verdelen.

Bijvoorbeeld: 
1. Leer de signaalwoorden die bij de indefinido horen. 
2. Leer het regelmatige schema van de indefinido. 
3. Leer de onregelmatige vormen (stam + uitgangen).
4. Leer de werkwoorden met meerdere onregelmatigheden. 
5. Herhaal het geheel samen.

Slide 22 - Slide