This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
¡Buenos días!
Sevilla
Slide 1 - Slide
¿Qué vamos a hacer?
Las diferencias entre el pretérito perfecto y el pretérito indefinido. (repaso)
¡A practicar!
Sevilla
Slide 2 - Slide
El pretérito perfecto
El pretérito indefinido
Je vertelt over iets wat in het verleden is gebeurd, maar die periode is nog nietafgesloten.
Je vormt de perfecto door het hulpwerkwoord haber (he/has/ha/hemos/habéis/han) + ADO/IDO.
Er zijn specifieke signaalwoorden die aangeven dat je de perfecto dient te gebruiken. Zoals: ooit, dit weekend, deze maand, dit jaar, vandaag etc. Zie pagina 14 van je module.
Er zijn onregelmatige vormen zoals: ver = visto, decir = dicho, hacer = hecho etc.
Je vertelt over iets wat in het verleden is gebeurd, de periode is geheel afgesloten.
Je vormt de indefinido door onderstaande uitgangen.
Er zijn specifieke signaalwoorden die aangeven dat je de indefinido dient te gebruiken. Zoals: gisteren, drie jaar geleden, 2010, afgelopen dinsdag etc. Zie pagina 32 van je module.
Soms een onregelmatige stam en uitgang.
Slide 3 - Slide
Bestudeer de signaalwoorden
Pretérito perfecto: 1.3 uit de module
Préterito indefinido: 3.5 uit de module
Maak vervolgens de sleepvraag op de volgende pagina.
Slide 4 - Slide
PERFECTO
INDEFINIDO
en mayo
ayer
hoy
En 2010
todavía
Este invierno
dos veces por semana
ya
nunca
por fin
anoche
en invierno
luego
entonces
el lunes pasado
alguna vez
Slide 5 - Drag question
Vul de juiste vorm van de pretérito indefinido in
Slide 6 - Slide
trabajar, él
Slide 7 - Open question
hacer, tú
Slide 8 - Open question
ser, nosotros
Slide 9 - Open question
poner, yo
Slide 10 - Open question
tener, vosotros
Slide 11 - Open question
escribir, Pepe y Carmen
Slide 12 - Open question
beber, Paco y tú
Slide 13 - Open question
decir, el profesor
Slide 14 - Open question
estar, Javi y yo
Slide 15 - Open question
De volgende vragen gaan over de signaalwoorden
perfecto of indefinido?
Slide 16 - Slide
Esta mañana .................. al colegio en bici.
A
fui
B
he ido
Slide 17 - Quiz
Ayer ............... a casa de nuestros abuelos.
A
fuimos
B
hemos ido
Slide 18 - Quiz
En 2001 ................. un viaje a México.
A
hicimos
B
hemos hecho
Slide 19 - Quiz
El otro día ............... a Javi.
A
ví
B
he visto
Slide 20 - Quiz
Este año no ................. clases.
A
tuve
B
he tenido
Slide 21 - Quiz
Todavía no ............... en Guatemala.
A
estuvieron
B
han estado
Slide 22 - Quiz
¿Perfecto of indefinido?
Slide 23 - Slide
1- Hoy no (visitar)………………………… a mi abuela. (yo)
Slide 24 - Open question
2- La semana pasada (ir)……………………. a la playa todos los días. (nosotros)
Slide 25 - Open question
3- Anoche no (ir) ………………………….. al cine porque estaba enfermo. (tú)
Slide 26 - Open question
4- Este verano Miriam (casarse)……………………………….
Slide 27 - Open question
5- -Fernando Alonso (ganar)……………………. la carrera de esta semana.
Slide 28 - Open question
6 -Carlos (nacer)………………………………. el 3 de Marzo de 1997.