Grammaire Chapitre 7

Grammaire Chapitre 7
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Grammaire Chapitre 7

Slide 1 - Slide

Grammaire bron C
vouloir = willen
pouvoir = kunnen
je veux
je peux
tu veux
tu peux
il veut
il peut
nous voulons
nous pouvons
vous voulez
vous pouvez
ils veulent
ils peuvent

Slide 2 - Slide

noteer het rijtje van vouloir

Slide 3 - Open question

noteer het rijtje van pouvoir

Slide 4 - Open question

Passé Composé
Ik heb gekund. = J'ai pu.
Vertaal: Wij hebben gekund.

Slide 5 - Open question

Hij heeft gekund.

Slide 6 - Open question

Wij kunnen = Nous pouvons.
Hoe maak je de imparfait ook alweer?
Vertaal: Ik kon.

Slide 7 - Open question

Wij konden.

Slide 8 - Open question

Wat zijn de juiste uitgangen van de FUTUR?
A
ais, ais, ait, ions, iez, aient
B
ai, as, a, ons, ez, ont
C
e, es, e, ons, ez, ent

Slide 9 - Quiz

Ik zal kunnen = Je pourrai
Vertaal: Jij zal kunnen.

Slide 10 - Open question

Wij zullen kunnen.

Slide 11 - Open question

Passé Composé
Ik heb gewild = J'ai voulu
Vertaal: Wij hebben gewild.

Slide 12 - Open question

Hij heeft gewild.

Slide 13 - Open question

Wij willen = Nous voulons.
Hoe maak je de imparfait ook alweer?
Vertaal: Ik wilde.

Slide 14 - Open question

Wat zijn de juiste uitgangen van de FUTUR?
A
ais, ais, ait, ions, iez, aient
B
ai, as, a, ons, ez, ont
C
e, es, e, ons, ez, ent

Slide 15 - Quiz

Ik zal willen = Je voudrai
Vertaal: Jij zal willen.

Slide 16 - Open question

Wij zullen willen.

Slide 17 - Open question

Conditionnel = 
STAM futur + UITGANG imparfait
  • Stam futur regelmatige werkwoorden = hele werkwoord
  • Stam futur onregelmatige werkwoorden = leerwerk 
  • Uitgang imparfait = -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient

Slide 18 - Slide

DUSssss...
praten
parler
ik zou praten
je parlerais
jij zou praten
tu parlerais
hij zou praten
il parlerait
wij zouden praten
nous parlerions
jullie zouden praten
vous parleriez
zij zouden praten
ils parleraient

Slide 19 - Slide

Tout comme pour le futur simple, les verbes suivants sont irréguliers:
  • avoir     > j'aurais
  • être      > je serais 
  • faire      > je ferais
  • aller       > j'irais
  • vouloir   > je voudrais
  • pouvoir  > je pourrais

Slide 20 - Slide

Quel verbe n'est pas un conditionnel?
A
je saurais
B
nous irions
C
vous irez
D
elles vendraient

Slide 21 - Quiz

Quel verbe n'est pas un conditionnel?
A
tu seras
B
elle parlait
C
nous viendrions
D
j'aurais

Slide 22 - Quiz

Quel est l'infinitif?
elle ferait

Slide 23 - Open question

Quel est l'infinitif?
ils iraient

Slide 24 - Open question

Ik zou praten.

Slide 25 - Open question

Wij zouden praten.

Slide 26 - Open question

Hij zou zijn.

Slide 27 - Open question

Jullie zouden zijn.

Slide 28 - Open question

Wij zouden willen.

Slide 29 - Open question

Au revoir & 
à la prochaine!

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide