Democratie en Politiek in Nederland

Democratie en Politiek in Nederland
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Democratie en Politiek in Nederland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les ken je de belangrijkste aspecten van de Nederlandse democratie en politiek.

Slide 2 - Slide

Begin de les met het introduceren van de leerdoelen.
Wat weet je al over democratie en politiek in Nederland?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is democratie?
Een staatsvorm waar het volk indirect macht heeft op wat er besloten wordt in een land. 
parlementaire democratie: om de 4 jaar kiezen we leden van de tweede kamer. Zij nemen beslissingen namens alle Nederlanders. 

Slide 4 - Slide

Leg uit wat democratie is en hoe dit werkt in Nederland.
Discriminatie op de werkvloer
Discriminatie op de werkvloer is het ongelijk behandelen van mensen op basis van bijvoorbeeld hun afkomst, geslacht of leeftijd.

Slide 5 - Slide

Vertel wat discriminatie op de werkvloer inhoudt.
Grondrechten
Grondrechten zijn rechten die beschermen tegen de overheid en andere burgers. Voorbeelden hiervan zijn vrijheid van meningsuiting en gelijke behandeling.

Slide 6 - Slide

Vertel wat grondrechten zijn en waarom deze belangrijk zijn.
De grondwet
De grondwet is de basis van de Nederlandse democratie. Hierin staan alle belangrijke regels en wetten.

Slide 7 - Slide

Laat zien wat de grondwet inhoudt en hoe deze is opgebouwd.
Trias Politica
Trias Politica betekent dat de regering is opgedeeld in drie delen: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. Dit zorgt ervoor dat de macht eerlijk verdeeld is.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat Trias Politica inhoudt en hoe dit werkt.
Conservatisme
Conservatisme is een politieke stroming die staat voor behoud van tradities en normen en waarden.

Slide 9 - Slide

Leg uit wat conservatisme is en welke partijen dit aanhangen.
Progressief
Progressief is een politieke stroming die staat voor vernieuwing en verandering.

Slide 10 - Slide

Leg uit wat progressief is en welke partijen dit aanhangen.
Linkse partijen
Linkse partijen in Nederland zijn onder andere de PvdA, GroenLinks en de SP. Deze partijen zijn voor herverdeling van welvaart en gelijke kansen voor iedereen.

Slide 11 - Slide

Laat zien welke partijen linkse partijen zijn en wat hun standpunten zijn.
Rechtse partijen
Rechtse partijen in Nederland zijn onder andere de VVD, het CDA en de PVV. Deze partijen zijn voor individuele vrijheid en een kleinere overheid.

Slide 12 - Slide

Laat zien welke partijen rechtse partijen zijn en wat hun standpunten zijn.
Taken van de koning
De koning heeft voornamelijk een ceremoniële functie. Hij of zij vertegenwoordigt Nederland in het buitenland en ondertekent wetten.

Slide 13 - Slide

Vertel wat de taken van de koning zijn en waarom deze belangrijk zijn.
Actief kiesrecht
Actief kiesrecht betekent dat je mag stemmen bij verkiezingen als je ouder bent dan 18 jaar en de Nederlandse nationaliteit hebt.

Slide 14 - Slide

Leg uit wat actief kiesrecht is en waarom dit belangrijk is.
Passief kiesrecht
Passief kiesrecht betekent dat je je verkiesbaar mag stellen bij verkiezingen als je ouder bent dan 18 jaar en de Nederlandse nationaliteit hebt.

Slide 15 - Slide

Leg uit wat passief kiesrecht is en waarom dit belangrijk is.
Quiz: Wat weet je al?
Test je kennis over democratie en politiek in Nederland met deze quiz!

Slide 16 - Slide

Laat de leerlingen een korte quiz maken om te zien wat ze al weten.
Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd over democratie en politiek in Nederland?

Slide 17 - Slide

Evalueer wat de leerlingen hebben geleerd in deze les.
Bronnen
Hier zijn een aantal bronnen die je kunt gebruiken om verder te leren over democratie en politiek in Nederland:

Slide 18 - Slide

Vermeld een aantal bronnen die de leerlingen kunnen gebruiken om verder te leren over dit onderwerp.
Einde
Bedankt voor het leren over democratie en politiek in Nederland!

Slide 19 - Slide

Sluit de les af met een bedankje en eventueel huiswerkopdrachten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.