Thema 3 Variatie in Genotypen

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Thema 3 Variatie in Genotypen

Leerdoelen

6.3.5 Je kunt omschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.

6.3.6 Je kunt omschrijven wat een mutatie is.

Terugblik..
Een Mens heeft ...... Chromosomen

1. 23
2. 46
3. 4512
4. 33

Geslachtcellen zijn...

1. Zaadcellen & Eicellen
2. Chromosomen
3. DNA
4. Vader en Moeder

Eigenschappen

Je vader en je moeder hebben niet dezelfde eigenschappen. Je vader kan bijvoorbeeld steil haar hebben en je moeder krullend haar. Bij de bevruchting krijg je van elke ouder één chromosoom.

Genenpaar

De twee chromosomen van een paar bestaan uit dezelfde genen.  De informatie van de twee genen kan verschillen.

Variatie

Welk gen van een paar terechtkomt in een geslachtscel, hangt af van het toeval.  Dat geldt voor de vader en voor de moeder.

Hierdoor heeft de nakomeling een andere combinatie van genen dan de ouders. De nakomeling heeft een ander genotype dan de ouders. 

Mutatie

Het DNA in een chromosoom kan beschadigd raken.. (celdeling)
Hierdoor verandert de erfelijke eigenschap. Dit heet Mutatie

Bij een Mutatie zijn er dus één of meerdere genen Gemuteerd.

Mutatie

Zo'n Mutatie in het Genotype kan tot uiting komen in het Fenotype.

Een voorbeeld is Albinisme.
Het lichaam is niet in staat om pigment (kleurstof) te vormen. 

Een mutatie in het genotype is een...

1. beetje vervelend
2. een plotselinge verandering in het genotype

Mutagene invloeden

Door sommige soorten straling kunnen er in je lichaam mutaties  ontstaan.

Dit noemen we Mutagene invloeden.

Door mutagene invloeden kan er kanker ontstaan

1. waar
2. niet waar

Kanker

Door zo'n Mutatie kan een cel zich ongeremd gaan delen.

Er ontstaat een Tumor.
Sommige cellen van de Tumor kunnen in het bloed terecht komen. Dit heet Uitzaaiing.

Succes deze week!