2 hv H6 Lezen

2 hv H6 Lezen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2 hv H6 Lezen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kan bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Tina' geschreven?
A
Vrouwen
B
Mannen
C
Jonge meiden
D
Jongens

Slide 4 - Quiz

Waaraan kun je zien dat het voor jonge meiden is geschreven?
A
De lay-out; kleuren, foto's
B
Het onderwerp
C
Taalgebruik
D
Alle drie

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Voetbal International' geschreven?
A
volwassenen
B
tieners
C
volwassenen die interesse hebben in voetbal
D
Iedereen die voetbal interessant vindt.

Slide 7 - Quiz

Waaraan kun je zien dat het voor iedereen die voetbal interessant vindt, is geschreven?
A
De lay-out; kleuren, foto's
B
Het onderwerp
C
Taalgebruik
D
Alle drie

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Plus' geschreven?
A
volwassenen
B
pubers
C
mensen boven de 50 jaar
D
mensen onder de 50 jaar

Slide 10 - Quiz

Waaraan kun je zien dat het voor mensen boven de 50 jaar is geschreven?
A
De lay-out; kleuren, foto's
B
Het onderwerp
C
Taalgebruik
D
Alledrie

Slide 11 - Quiz

Tekst en publiek
Een schrijver houdt altijd rekening met zijn publiek, want anders bereikt hij zijn doel niet. Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:

Slide 12 - Slide

het onderwerp
Een tekst over de nieuwste schoolagenda's is voor jongeren en een tekst over uitjes met je kleinkinderen is voor ouderen.

Slide 13 - Slide

de bron
Een tekst in Fashionasta is voor meisjes en een tekst op de website van Power Unlimited is meer voor jongens. Zo zijn er ook bladen en websites voor vrouwen (LINDA), mannen (AutoWeek), tuinliefhebbers (Groei & Bloei) en ga zo maar door. Dagbladen (kranten) zijn meestal gericht op een algemeen publiek.

Slide 14 - Slide

het taalgebruik
Een tekst in een jongerenkrant heeft korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst heeft vaak lange zinnen en veel moeilijke woorden.

In teksten die voor een specifiek publiek zijn bestemd, lees je meer jargon (vaktermen), zoals blancheren en julienne in recepten voor kookfanaten.

Teksten voor jongeren herken je vaak aan typische jongerenwoorden, zoals 'epic' en 'lit'; ook word je als lezer dan meestal met 'jij ' en 'jou' aangesproken.

Slide 15 - Slide

de lay-out
Advertenties, teksten voor jongeren en populaire weekbladen voor een breed publiek (zoals Quest, Glossy) zijn vaak rijk geïllustreerd en hebben meestal grote koppen en veel kleuren.

Tijdschriften voor een kleiner publiek (zoals Onze Taal, New Scientist) hebben niet zoveel illustraties en zijn vaak zakelijker opgemaakt.   

Slide 16 - Slide

Opdracht 1: tekst 1
De vraag staat op de volgende slide.

Slide 17 - Slide


Waaruit komt tekst 1?
A
Cosmopolitan, voor liefhebbers van mode
B
7Days, voor jongeren van 12 tot 18 jaar
C
Reiz&, voor echte reisliefhebbers
D
Noordhollands dagblad, voor lezers van alle leeftijden

Slide 18 - Quiz

Opdracht 1: tekst 2
De vraag staat op de volgende slide.

Slide 19 - Slide


Waaruit komt tekst 2?
A
Cosmopolitan, voor liefhebbers van mode
B
7Days, voor jongeren van 12 tot 18 jaar
C
Reiz&, voor echte reisliefhebbers
D
Noordhollands Dagblad, voor lezers van alle leeftijden

Slide 20 - Quiz

Opdracht 1: tekst 5
De vraag staat op de volgende slide.

Slide 21 - Slide


Waaruit komt tekst 5?
A
Spoor, voor abonnementhouders van NS
B
Plus Magazine, voor lezers van middelbare leeftijd
C
Reiz&, voor echte reisliefhebbers
D
Noordhollands Dagblad, voor lezers van alle leeftijden

Slide 22 - Quiz

Ik weet en begrijp waar ik op moet letten om te bepalen voor wie de tekst bedoeld is
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Opdrachten
Maak opdracht 2  (p. 174,175)





Slide 24 - Slide