Les 25 en 26: feiten, meningen en argumenten
1 / 11
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Met welke zin(nen) ben je het eens en met welke ben je het niet eens?
a Rode T-shirts zijn mooier dan blauwe T-shirts.
b Lippenstift werd al gebruikt in het oude Egypte.
c Bij jonge kinderen staan sproetjes heel schattig.
a Rode T-shirts zijn mooier dan blauwe T-shirts.
b Lippenstift werd al gebruikt in het oude Egypte.
c Bij jonge kinderen staan sproetjes heel schattig.
A
zin a
B
zin b
C
zin c
Slide 3 - Quiz
Met welke zin kun je het niet eens of oneens zijn?
a Rode T-shirts zijn mooier dan blauwe T-shirts.
b Lippenstift werd al gebruikt in het oude Egypte.
c Bij jonge kinderen staan sproetjes heel schattig.
a Rode T-shirts zijn mooier dan blauwe T-shirts.
b Lippenstift werd al gebruikt in het oude Egypte.
c Bij jonge kinderen staan sproetjes heel schattig.
A
zin a
B
zin b
C
zin c
Slide 4 - Quiz
Waardoor komt dat?
