H4 Lezen 2HV

H4 Lezen
  • feit
  • mening/standpunt
  • argument
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

H4 Lezen
  • feit
  • mening/standpunt
  • argument

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

filmpje The Big Five
Wat hebben jullie allemaal gezien en wat vinden jullie daarvan?
Waarom vind je dat?


Slide 3 - Slide

Met welke zin kun je het niet eens of oneens zijn? Waardoor komt dat?


a Rode T-shirts zijn mooier dan blauwe T-shirts.
b Lippenstift werd al gebruikt in het oude Egypte.
c Bij jonge kinderen staan sproetjes heel schattig.


Slide 4 - Slide

LEERDOEL

IK kan feiten, meningen en argumenten in een tekst aanwijzen:

- Ik weet wat een feit is.

- Ik weet wat een mening is.

- Ik weet wat een argument is.


Slide 5 - Slide

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kan je controleren



Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.


Je kunt controleren of dit waar is door het op internet op te zoeken.

Slide 6 - Slide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt.

- Het is niet controleerbaar.

-Je kunt het eens of oneens zijn.

Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 7 - Slide

ARGUMENT

- Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.

- Je herkent een agument aan signaalwoorden als:

want, namelijk, omdat



Voorbeeld van een argument:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

  1. Noem een feit.
  2. Noem een mening.
  3. Noem een argument.

Slide 10 - Slide

Vincent van Gogh, Korenveld met kraaien, 1890
Nog een keer:

Slide 11 - Slide

GELEERD?

IK kan feiten, meningen en argumenten in een tekst aanwijzen:

- Ik weet wat een feit is.

- Ik weet wat een mening is.

- Ik weet wat een argument is.


Slide 12 - Slide

Weektaak deze week:
 Lezen Hst 4: feit, mening en argument


Maken en nakijken
Blz. 102-105: opdracht 1, 2 en 3 

Volgende week woensdag: SO taalverzorging (1x)

Slide 13 - Slide