This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema 5
erfelijkheid en evolutie
Slide 1 - Slide
Genotype
Fenotype
Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Recessief
Slide 2 - Slide
Vraag 9.2, blz. 14
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
Vraag 10.1, blz. 15
A
tweeling a
B
tweeling b
Slide 4 - Quiz
Vraag 10.2, blz. 15
A
een zaadcel
B
twee zaadcellen
Slide 5 - Quiz
Vraag 10.5, blz. 15
Slide 6 - Open question
Vraag 29.1, blz. 35
A
Philip
B
Milou
C
Pien
D
Marloes
Slide 7 - Quiz
Vraag 30.4, blz. 36
A
Alleen homoygoot
B
Alleen heterozygoot
C
Zowel homozygoot als heterozygoot
Slide 8 - Quiz
Vraag 30.5, blz. 36
Slide 9 - Open question
Vraag 30.6, blz. 36
A
Alleen homoygoot
B
Alleen heterozygoot
C
Zowel homozygoot als heterozygoot
Slide 10 - Quiz
Kruisingen
Slide 11 - Slide
Bij een dier zijn de volgende eigenschappen bekend: A = krullend haar a = sluik haar Bij welke kruising is de kans het grootst op zoveel mogelijk jongen met sluik haar?
A
Aa x aa
B
Aa x Aa
C
AA x aa
D
AA x Aa
Slide 12 - Quiz
Bij mensen is het gen voor bruine ogen dominant over het gen voor blauwe ogen. De vader van Juul en Jacques heeft blauwe ogen. Moeder heeft bruine ogen. Juul heeft blauwe ogen. Hoe groot is de kans dat Jacques bruine ogen heeft?
Slide 13 - Open question
Nu: kruisingsopgaven maken Link in magister bij huiswerk van morgen