This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 10 zintuigen BS 5 Het Netvlies
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Via welk orgaan verloopt de reflexboog van de pupilreflex?
A
via de grote hersenen
B
via de hersenstam
C
via het ruggenmerg
Slide 3 - Quiz
Youssef leest in het schemerdonker een boek. Bekijk de tekeningen.
→In welke tekening zijn de pupilgrootte en de vorm van Youssefs lens juist getekend?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quiz
Hoe heet het als het oog zich aanpast...
Slide 5 - Open question
Leerdoelen
Basisstof 5 Het Netvlies
10.5.1 Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven.
Slide 6 - Slide
Netvlies
In het netvlies liggen zintuigcellen, deze geven impulsen door via oogzenuwen aan hersenen.
Het netvlies heeft 2 lagen namelijk een zintuigcellen laag en een zenuwcellen laag.
Lichtstralen gaan eerst langs de zenuwcellen voordat ze bij de zintuigcellen komen.
Slide 7 - Slide
Zintuigcellen oog
Je hebt 2 soorten zintuigcellen, namelijk kegeltjes en staafjes:
Kegeltjes: hoge drempelwaarde, werken bij veel licht. Je ziet er kleuren mee: rood, groen of blauw licht.
Elk kegeltje verbonden met een zenuwcel. Liggen vooral bij gele vlek
-> scherp zien.
Vooral bij gele vlek-> scherp zien.
Staafjes: drempelwaarde laag, contrasten in grijs en zwart wit.
Slide 8 - Slide
Zintuigcellen oog
Staafjes:drempelwaarde laag, werken bij licht en schemering.
Je ziet contrasten in grijs en zwart- wit.
Meerdere staafjes verbonden met 1 zenuwcel, dus gebundelde impulsen naar hersenen gestuurd, zo zie je minder details en contouren. Staafjes liggen over het hele netvlies.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Zenuwcellen
De laag van zenuwcellen ligt tegen het glasachtig lichaam aan.
De zenuwcellen geleiden de impulsen naar de hersenen.
Uitlopers van de zenuwcellen verlaten het oog via de oogzenuw.
Bij de blinde vlek gaan de uitlopers door het netvlies, het vaatvlies en het harde oogvlies heen.