De laag van zenuwcellen ligt tegen het glasachtig lichaam aan.
De zenuwcellen geleiden de impulsen naar de hersenen.
Uitlopers van de zenuwcellen verlaten het oog via de oogzenuw.
Bij de blinde vlek gaan de uitlopers door het netvlies, het vaatvlies en het harde oogvlies heen.
In de blinde vlek liggen geen zintuigcellen.