V4 Literatuur 13 Poep en Literatuur 14 Een onbekende trekvogel


Welkom 
v4a!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson


Welkom 
v4a!

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Leerwerkcheck
  3. Literatuur 13: Poep
  4. Literatuur 14: Een onbekende trekvogel (huiswerkopdracht)
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen een round en een flat character?

Slide 4 - Open question

Is het hoofdpersoon in jouw boek een round of een flat character?

Slide 5 - Open question

Wanneer is er sprake van een contrasterende ruimte?

Slide 6 - Open question

Wat is een alwetende of auctoriale verteller?

Slide 7 - Open question

Wat voor soort verteller is er in jouw boek?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Waar kun je aan zien dat dit een sprookje is?

Slide 10 - Open question

De verteller speelt een spel met de verwachtingen van de lezer.
Op welke manier doet de verteller dat?

Slide 11 - Open question

Dit verhaal heeft een open einde.
Wat is het effect daarvan?

Slide 12 - Open question

In sprookjes worden de personages meestal expliciet gekarakteriseerd.
Is dat hier ook het geval en hoe zie je dat?

Slide 13 - Open question

Is de verteller zichtbaar in dit verhaal?
En is dat gebruikelijk voor sprookjes?

Slide 14 - Open question

Wat is een belangrijk stijlfiguur in dit verhaal?

Slide 15 - Open question

Waar zit die overdrijving vooral? 

Slide 16 - Open question

Wat heeft het effect van de beeldende schrijfstijl?

Slide 17 - Open question

Kader Abdolah kwam in 1988 op 34-jarige leeftijd als politieke vluchteling uit Iran in Nederland terecht. Hoewel hij zich als vreemdeling eerst de taal van zijn nieuwe vaderland moest eigen maken, is hij al gauw uitgegroeid tot een van de meest gelezen Nederlandse auteurs.

Slide 18 - Slide

Motief = een beeldspraak, een uitspraak van een personage of een zin van de verteller, een handeling, een gedachte of een ander element dat telkens terugkomt in het verhaal en verwijst naar het thema.
Thema = het belangrijkste onderwerp, de boodschap van het verhaal.
Onderstaande vragen zijn huiswerk voor volgende les.

Slide 19 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag  14 oktober
  • Huiswerk: leren literatuur par. 1, 2, 3, 11, 12 en 13 (p. 130-139 , 160-162, 166, 171 en 174) en LessonUps (zie Teams) + maken vragen in Lessonup 
  • Meenemen: laptop, leesboek en hoofdboek KERN
  • Programma: literatuur 15 en 16


Slide 20 - Slide