Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving? Het vermogen van de aarde om alle mensen te kunnen laten leven/wonen.
A
duurzame ontwikkeling
B
voetafdruk
C
draagkracht
D
cradle-to-cradle
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
Middelbare schoolLeerjaar 1
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving? Het vermogen van de aarde om alle mensen te kunnen laten leven/wonen.
A
duurzame ontwikkeling
B
voetafdruk
C
draagkracht
D
cradle-to-cradle
Slide 1 - Quiz
Bij een duurzame ontwikkeling kun je voorzien in eigen behoeften zonder dat het milieu belast wordt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Bijna 30 procent van al het waterverbruik op aarde gaat naar het verbouwen van planten en gewassen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Bij de groei, de productie, het bewaren en het transport van onze voeding wordt weinig energie verbruikt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Het is moeilijk om producten duurzaam te produceren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Wat zijn twee voorbeelden van duurzame energie? Energie opgewekt met …
A
Zonnepanelen
B
Aardgas
C
Aardolie
D
windmolens
Slide 6 - Quiz
Je woont duurzaam met groene stroom, zonnepanelen, goede isolatie en je scheidt je afval. Je verbruikt net zoveel energie als dat er wordt opgewekt. Welk begrip past hier het beste bij?
A
Energieneutraal
B
cradle-to-cradle
C
Groene stroom
D
Duurzame energie
Slide 7 - Quiz
Hoe kun je het beste je ecologische voetafdruk verkleinen?
A
In plaats van chocoladepasta op je brood er aardbeien uit Marokko op doen.
gebruiken.
B
Je woning verwarmen door fossiele brandstoffen te
C
Door producten te kopen die als cradle-to-cradle zijn ontworpen.
D
Door kleding uit arme landen als Banglad
Slide 8 - Quiz
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving? Manier van landbouw waarbij geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.
A
Chemische landbouw
B
Export landbouw
C
D
Biologische landbouw.
Slide 9 - Quiz
A
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Welke brandstoffen worden er voornamelijk gebruikt voordat men overgaat op het gebruik van kolen en gas?
A
Hout en hooi
B
Hout en turf
C
Hout en olie
Slide 13 - Quiz
Wat is het belangrijkste kenmerk van hernieuwbare energiebronnen?
A
Ze zijn kort geleden ontdekt.
B
A Ze leveren veel energie.
B Ze raken nooit op.
C
Ze stoten veel CO2 uit.
Slide 14 - Quiz
De opwekking van elektriciteit door het verschil tussen eb en vloed.
A
getijdencentrale,
B
Aardgas
C
Aardolie
D
thermische centrale
Slide 15 - Quiz
Hier wordt stroom opgewekt door middel van het verbranden van een brandstof.