Stap 3: Actieplan (signaleringsplan)
Een actieplan voor triggers: welke situaties of gebeurtenissen (bv een verjaardag of een geur) brengen de ander van slag en wat hij/zij dan kan doen om zichzelf te kalmeren;
Een actieplan voor vroege waarschuwingstekens: welke subtiele signalen worden aangeven dat het wat minder goed gaat (bv minder goed slapen, meer roken) en wat hij/zij daaraan kan doen;
Een actieplan voor signalen van ontsporing: wat hij/zij direct moet doen als er gemerkt wordt dat het bergafwaarts met de ander gaat (bv niet meer slapen, achterdocht, paniek);
Een crisisplan: wat er moet gebeuren (bv steun, behandeling, medicatie) als hij/zij in een crisis raakt;
Een postcrisisplan: dat de ander helpt om de crisis te evalueren en weer terug te komen in een situatie waarin hij/zij zich goed voelt.