Hoofdstuk 7 paragraaf 4

H7 §4

H7: geld voor de overheid.

§4: motorrijtuigenbelasting

Vandaag:

Lesdoel

Uitleg 

Aan de slag

Lesdoel

Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:

• wat de motorrijtuigenbelasting is en hoe deze toegepast wordt

Motorrijtuigenbelasting

• Het bezitten van een auto kost geld.
  
• Naast onderhoud, brandstof ook belasting.
  
• Je betaald voor het bezit.
  
• Het maakt niet uit of je hem veel of weinig gebruikt.

Belasting op autobezit

• Het bezitten van een auto kost geld.
• Naast onderhoud, brandstof ook belasting.
• Je betaald voor het bezit.
• Het maakt niet uit of je hem veel of weinig gebruikt.
• 
  

Tarieven

• Motorrijtuigenbelasting kan verschillen op een aantal vlakken.
  
• Bijvoorbeeld: soort brandstof.
  
• Hoogst: Diesel
  
• Daarna: Gas (LPG)
  
• Goedkoopst: benzine.
  
• Gewicht maakt ook uit: Hoe zwaarder, hoe duurder.

Benzineauto's

• Kosten relatief weinig belasting.
• Literprijs van benzine is wel hoger dan diesel!
• Dus: rijd je veel, is het duurder.
• Komt ook door accijns.

Dieselauto

• Is duurder in de belasting.
  
• Brandstof is per liter wel goedkoper.
  
• Rijd je veel? Diesel is dan op de lange termijn goedkoper.
  
• 
  

Auto op gas

• Lage accijns op gas (LPG).
  
• Motorrijtuigenbelasting is wel hoog.
  

Inkomsten van de overheid

• Bijna alle automobilisten betalen motorrijtuigenbelasting.
• Ook bij de aanschaf van een auto betaal je (BTW).
• 
  

Aan de slag!

• Ga aan de slag met H7 §4
• Zorg dat je ook de rekentrainer maakt. 
• Klaar? Maak versterk jezelf. 
• Je werkt voor jezelf. 
• Je mag een rekenmachine gebruiken (geen telefoon).
• Je werkt in stilte.