H3 - ik -vorm

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Thema 3: natuur

Hoofdstuk 4 - taalverzorging

Wat leer je deze les?

- Ik kan de persoonsvorm in de zin vinden.

- Ik kan het onderwerp in de zin vinden.

- Ik weet hoe ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet spellen. 

Herhaling - persoonsvorm

Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden door de zin van tijd te veranderen: van tegenwoordige tijd naar verledentijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm. 

Voorbeeld persoonsvorm

Sherry bracht de flessen naar de glasbak.

Leslie maakt zich ook zorgen over het milieu.

Herhaling - onderwerp

Het onderwerp geeft aan wie iets doet. Je kunt het onderwerp vinden door de vraag te stellen: wie of wat + persoonsvorm?

Voorbeeld onderwerp

Ik vind het landschap met al die hoge bergen heel bijzonder. 

Stap 1: Wat is de persoonsvorm? (verander de zin van tijd)

Stap 2: Wie of wat + persoonsvorm (vraag begint met wie of wat!)

De ik-vorm bepalen in de tegenwoordige tijd. 

Bedenk wat de vorm van een werkwoord is als ik het doet. Dat noem je de ik-vorm van het werkwoord.

Hele werkwoord: kijken , ik-vorm: ik kijk

Hele werkwoord: worden, ik-vorm: ik word

Hele werkwoord: lachen, ik-vorm: ik lach

Voorbeeld

Bedenk wat de ik-vorm van de persoonsvorm is. 

Spel de persoonsvorm van het werkwoord op de lege plek in de zin.

Ik .......... (verwachten) dat het morgen lekker weer wordt.

Mijn nichtje .......... (huilen) iedere keer wanneer er een hond bij haar in de buurt komt. 

Wat ga je doen?

Je maakt zelfstandig opdracht 5, 6 & 7 (blz. 187 t/m blz. 189) 

Melek, Silvana, Wissam, Daisy extra uitleg. 

Nicky, Bayar, Mehmet, Lindsey & Merle: uitleg 5 + opdracht 8 & 9

Klaar? Studiemeter, thema 3 natuur, taalverzorging. 

Om 09:35 uur opdracht 5 bespreken klassikaal.