3 - 4 les van 7 Taalverzorging #320

Socialiseren 
Pak even een laptop of je hebt je eigen laptop bij je. 
Pak je multomap uit de kast.
timer
5:00
timer
1:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Socialiseren 
Pak even een laptop of je hebt je eigen laptop bij je. 
Pak je multomap uit de kast.
timer
5:00
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Lesopbouw

  • OneDrive map aanmaken: Taalverzorging #320(zie planning) heb je gedaan?
  • Instructie Taalverzorging
  • Individueel of samenwerken aan de hoofdstukken 1, 2, 3 of 4
  • Verlengde instructie


Slide 2 - Slide

De Grijze Jager
https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-jaar/lezen-voor-de-lijst/12-15-jaar/niveau-1/de-grijze-jager-1-de-ruines-van-gorlan.html

Slide 3 - Slide

Uitleg taalverzorging


Tijdsindicatie: 7 lessen P.T.A. (320 - weging 7
P.T.A. ingepland woensdag 8 december 2021

Individueel inleveren in SOM (uploaden) - gemaakte en nagekeken opdrachten: vandaag.

Slide 4 - Slide

Uitleg taalverzorging
We bekijken eerst de hoofdstukken van
het complete lesmateriaal.

Slide 5 - Slide

Korte instructie 

Klassikaal
Hoofdstukken 2 en 4

Slide 6 - Slide

Leerdoelen hoofdstukken 2 en 4
Aan het einde van deze les weet je hoe je de persoonsvormen en de onderwerpen in een samengestelde zin kunt vinden. 

Aan het einde van deze les weet je of je het onderwerp in het enkelvoud of in het meervoud moet schrijven.

Slide 7 - Slide

Wat is een samengestelde zin?
In elke zin staat een persoonsvorm.
Heeft een zin meer persoonsvormen, dan heb je te maken met een samengestelde zin.

Slide 8 - Slide

Wat is een samengestelde zin?

Slide 9 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 10 - Slide

Voorbeeld (pv)
Jelmer fietst naar huis. 
Robbert neemt de bus.

Jelmer fietst naar huis en Robbert neemt de bus.
Wie fietst? = ow   Wie neemt? = ow

Slide 11 - Slide

Verlengde instructie

Je kunt meedoen met de verlengde instructie of je start met de opdrachten
van Taalverzorging.

Slide 12 - Slide

Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud ?
De persoonsvorm en het onderwerp horen bij elkaar.

Als het onderwerp enkelvoud is,
dan is de persoonsvorm ook enkelvoud.

Is het onderwerp meervoud,
dan is de persoonsvorm ook meervoud.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Alle jonge vogels op de waslijn zongen de hele ochtend.
Alle jonge vogels (mv), dus (pv) zongen (en niet de waslijn).

Slide 14 - Slide

enkelvoud of meervoud?
De kudde schapen liep op de dijk.

Als je een kudde schapen ziet,
zie je er heel veel.
Maar al die schapen zijn een kudde.

Slide 15 - Slide

Aan het werk of verlengde instructie
Je werkt zelfstandig of samen aan de opdrachten van hoofdstukken 1 t/m 4 van Taalverzorging. 
Ben je klaar, kijk je de antwoorden na m.b.v. een antwoordenblad (ophalen).
OF
Je doet mee aan de verlengde instructie. 

Slide 16 - Slide

Hoe spel je de persoonsvorm?
1. Kijk of je tegenwoordige of de verleden tijd moet gebruiken.

2. Kijk of je enkelvoud of meervoud moet gebruiken.

3. Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
(Je kunt hiervoor je werkwoord spelling schema gebruiken)

Slide 17 - Slide

Voorbeeld zin
Toen Sem gisteren het verhaal (vertellen), (lachen) zijn klasgenoten.
Aan 'toen' en 'gisteren' kun je zien dat het de verleden tijd is.

Zoek de onderwerpen:
Toen Sem gisteren het verhaal (vertellen), (lachen) zijn klasgenoten.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld zin

Zoek de onderwerpen:
Toen Sem gisteren het verhaal (vertellen), (lachen) zijn klasgenoten.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.


Slide 19 - Slide

Voorbeeld zin
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Toen Sem gisteren het verhaal (vertellen), (lachen) zijn klasgenoten.

Toen Sem gisteren het verhaal vertelde, lachten zijn klasgenoten.



Slide 20 - Slide




Je kunt nu verder met de opdrachten van 
Taalverzorging #320.
timer
20:00
OneDrive/ Nederlands/ Taalverzorging

Slide 21 - Slide

Evaluatie
Heb je de leerdoelen behaald? 
Kun je de persoonsvormen en de onderwerpen in een samengestelde zin vinden. 

Weet je of je het onderwerp in het enkelvoud of in het meervoud moet schrijven.
Wat vond je van de les?

Slide 22 - Slide