Inkomen, vermogen en koopkracht (vwo 4)

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

De vier productiefactoren zijn

1. KANO
2. Kapitaal, arbeid, natuur en overige
3. Kapitaal, arbeid , natuur en ondernemerschap
4. rente, huur, pacht en winst

De beloningen van de productiefactoren zijn:

1. rente, loon, huur, pacht en winst
2. rente, loon, huur en winst
3. kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap
4. Geld

Inkomen zonder tegenprestatie noemen we:

1. overig inkomen
2. uitkering
3. overdrachtsinkomen
4. geld

Welke formule klopt

1. nettoloon = brutoloon - loonheffing
2. brutoloon = nettoloon - loonheffing
3. nettoloon = brutoloon - belasting
4. brutoloon = nettoloon - belasting

Primair inkomen

Loonheffing

uitkeringen en toeslagen

secundair inkomen

+

-

Stijging van het algemene prijspeil noemen we

1. inflatie
2. deflatie
3. hyperinflatie

Een extreme (dagelijkse) prijsstijging noemen we

1. inflatie
2. deflatie
3. hyperinflatie

Een daling van het algemene prijspeil noemen we

1. inflatie
2. deflatie
3. hyperinflatie

basis jaar is altijd 100

1. juist
2. onjuist

Indexcijfer bereken je door:

1. waarde / basis waarde x 100
2. basiswaarde / waarde x 100
3. 100 / basiswaarde
4. 100 / waarde

Auto van €20.000 elk jaar 5% minder waard, wat is de waarde over 10 jaar?

1. €20.000 - 50% = €10.000
2. €20.000 x 0,95^10 =€11.974.74
3. €20.000 x 1,05^10 =€32.577,89

2020 5% meer dan 2019
202 1 % minder dan 2020
2022 3% meer dan 2021
Hoeveel % is het loon toegenomen in 2022 ten opzichte van 2020?

1. 5-1+3 = 7% toegenomen
2. 100 x 1,02 x 0,99 x 1,03 = 107,07 dus 7,07% toegenomen
3. -1+3 = 2% toegenomen
4. 100 x 0,99 x 1,03 = 101,97 dus 1,97% toegenomen

Reëel inkomen is

1. inkomen in euro's
2. de hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen van je inkomen

Nominaal inkomen is

1. inkomen in euro's
2. de hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen van je inkomen

Koopkracht is het zelfde als reëel inkomen

1. Juist
2. Onjuist

De verandering van de koopkracht reken je uit door

1. RIC=NIC/PIC x 100
2. RIC=PIC/NIC x 100
3. RIC= PIC x 100 x NIC

RIC per hoofd reken je uit door:

1. NIC/Indexcijfer bevolking
2. PIC/Indexcijfer bevolking
3. RIC/Indexcijfer bevolking
4. NIC/PIC

Er is een positief verband tussen inkomen en vermogen

1. Juist
2. Onjuist

Voor het berekenen van de reële rente gebruik je een andere formule dan bij het berekenen van reële inkomen

1. Juist
2. Onjuist

De intertemporele budgetlijn geeft ruilen in de tijd aan in een model.

1. Juist
2. Onjuist