WO - Over de zon, de aarde en de maan

Over de zon, de aarde en de maan
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieLager onderwijs

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Over de zon, de aarde en de maan

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al over onze zon, aarde en maan?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

De zon, onze ster

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Elke dag is ze daar weer: 's morgens en 's avonds zien we de zon als een grote oranjerode bol.
Gedurende de dag klimt ze langzaam tot hoog aan de hemel in het zuiden.
De zon is een doodgewone ster in het heelal, maar er is één groot verschil met alle andere sterren: ze bevindt zich erg dicht bij de aarde.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De afstand tussen de aarde en de zon is maar 150 miljoen kilometer!
Net zoals andere sterren straalt de zon licht en warmte uit. Die energie ontstaat omdat het binnenin de zon 15 miljoenen graden warm is en gasdeeltjes gaan samensmelten.
Dat licht en die warmte maakt het leven op aarde mogelijk.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aan de buitenkant is de zon bijna 5700 °C warm. Met een telescoop ziet men soms donkere vlekken: zonnevlekken, waar het wat kouder is. 
Aan de rand ziet men hevige uitbarstingen, zonnevlammen! 
Het gaat er op en rond de zon hevig aan toe!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vul aan: De zon is een...
A
maan
B
planeet
C
ster

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vul aan: De zon is een...
A
een enorme grote gasbol die licht en warmte uitstraalt.
B
een hemellichaam dat rond een ster draait.
C
een klein hemellichaam dat rond een planeet draait.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Zonsverduistering of zoneclips
Ook al is de maan veel kleiner dan de zon, ze staat wel heel dicht bij de aarde. Het gebeurt soms dat de maan voor de zon schuift bij nieuwe maan.
Als de maanschijf de zon helemaal bedekt, dan spreken we van een totale zonsverduistering (of zoneclips). Het kan ook dat je maar een gedeeltelijke zonsverduistering ziet.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

Zonsverduistering
De aarde

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Onze aarde is een van de acht planeten die rond de zon draaien. Omdat de aarde om haar as draait, wordt ze dan weer door de zon belicht, dan weer komt ze in het duister.
Zo ontstaat dag en nacht.
En dat de aarde rond de zon draait in 365 dagen, dat wist je ook al!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vul aan: De aarde is een...
A
maan
B
planeet
C
ster

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Vul aan: De aarde is een...
A
een enorme grote gasbol die licht en warmte uitstraalt.
B
een hemellichaam dat rond een ster draait.
C
een klein hemellichaam dat rond een planeet draait.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De maan

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De meeste planeten van ons zonnestelsel hebben manen. Een ander woord voor maan is satelliet.
Manen of satellieten zijn kleinere hemellichamen die rond een planeet draaien. Zo draait de maan rond de planeet aarde.
De maan is in het heelal onze dichtste buur. Ze staat maar op een afstand van ongeveer 384 000 km.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Met een telescoop zie je overal ronde kraters op de maan, ze zijn lang geleden ontstaan door een bombardement van grote en kleinere rotsblokken. Met het blote oog zie je donkere vlekken op de maan: het zijn vlakkere gebieden, zonder kraters. Elke 29,5 dag draait de maan één keer rond de aarde.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Ook de maan wordt belicht door de zon en net zoals bij de aarde wordt een halve bol verlicht. 
Van op de aarde zien we van die halfverlichte maanbol meestal maar een deel: soms een fijne sikkel tot soms een volledige cirkel, volle maan.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Vul aan: De maan is een...
A
maan
B
planeet
C
ster

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Vul aan: De maan is een...
A
een enorme grote gasbol die licht en warmte uitstraalt.
B
een hemellichaam dat rond een ster draait.
C
een klein hemellichaam dat rond een planeet draait.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Maansverduistering
Net zoals de maan voor de zon kan schuiven bij een zonsverduistering, zo kan de aarde tussen de zon en de maan komen te staan. Er valt dan geen licht op de maan.
Op de aarde zien we dan een maansverduistering, soms gedeeltelijk en soms volledig.
Niet bij élke volle maan zien we een verduistering. Meestal schuift de volle maan net 'onder' of 'boven' de schaduw van de aarde.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Wat is juist?
A
Bij een zonsverduistering staat de maan tussen de aarde en de zon.
B
Bij een zonsverduistering staat de aarde tussen de zon en de maan.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is juist?
A
Bij een maansverduistering staat de maan tussen de aarde en de zon.
B
Bij een maansverduistering staat de aarde tussen de zon en de maan.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Som de 4 schijngestalten van de maan op.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Eb en vloed op het strand
Ben je wel eens aan zee geweest? Dan weet je dat het zeewater twee keer per dag het strand overspoelt bij vloed en twee keer per dag het strand zeer groot wordt, omdat het zeewater terugtrekt bij eb.
Hier zit de maan voor iets tussen!
Omdat de maan zo dicht bij de aarde staat, oefent ze een aantrekkingskracht uit op het water van onze aarde: hierdoor wordt het water aan weerszijde van de aarde opgestuwd.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

En als het volle of nieuwe maan is, dan wordt die aantrekkingskracht nog groter door de aantrekkingskracht van de maan én die van de zon: dan is het springtij en het zeewater komt nog verder dan anders, soms tot aan de duinen of tot aan de dijk!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Twee keer per dag wordt het strand groter of kleiner.
Wat gebeurt er bij eb?
A
Het strand wordt groter, het zeewater komt op.
B
Het strand wordt groter, het zeewater trekt terug.
C
Het strand wordt kleiner, het zeewater komt op.
D
Het strand wordt kleiner, het zeewater trekt terug.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Twee keer per dag wordt het strand groter of kleiner.
Wat gebeurt er bij vloed?
A
Het strand wordt groter, het zeewater komt op.
B
Het strand wordt groter, het zeewater trekt terug.
C
Het strand wordt kleiner, het zeewater komt op.
D
Het strand wordt kleiner, het zeewater trekt terug.

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Eb en vloed noemt men de getijden. Ze onstaan door de aantrekkingskracht van de maan en de zon.
Sleep de getijden onder de juiste foto.
eb
vloed

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Wist je dat?
- De golven van het zeewater zijn het gevolg van de getijden én de wind.
- Twee keer per maand is het springtij. Dan komt het water bij vloed nog dichter tegen de dijk of duinen en wordt het strand bij eb nog groter dan anders.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Link

Interactieve schoolplaat

Slide 35 - Link

This item has no instructions

Wat heb je onthouden na deze les?

Slide 36 - Mind map

This item has no instructions