This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Griekse cultuur
3.3 en 3.5
Slide 1 - Slide
Programma
wat?
hoe?
tijd?
terugblik
klassikaal
10 min
uitleg 3.3 + 3.4
klassikaal
15 min
afsluiten
klassikaal
5 minuten
Slide 2 - Slide
1. over welke bestuursvorm gaat de bron?
2. is Plato een voor- of tegenstander van deze bestuursvorm? verwijs in je antwoord naar de bron!
Slide 3 - Slide
voor welke bestuursvorm was pericles en tegen welke was hij? gebruik in je antwoord de bron!
Slide 4 - Slide
Geef twee argumenten waarom dit masker van een koning geweest kan zijn. Gebruik in je antwoord de bron!
Slide 5 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je:
onderscheid maken tussen drie verschillende zuilen
minimaal drie kenmerken van de Griekse beeldhouw- en schilderkunst benoemen
Leerdoel: Uitleggen dat godsdienst en kunst een belangrijke rol speelde in het leven van de Grieken
Slide 6 - Slide
Lesdoelen
Je kan uitleggen:
Hoe de Grieken toch één volk werden
Hoe de Griekse godsdienst in elkaar zat
Hoe de Griekse wetenschap in elkaar zat
Slide 7 - Slide
Verschillen en overeenkomsten
Tussen stadstaten waren grote verschillen
Toch was er één Griekse beschaving (cultuur)
Ze spraken dezelfde taal
Ze hadden dezelfde verhalen, zoals:
Legendes (wonderlijke verhalen)
Sages (heldenverhalen
Mythen (godenverhalen)
Dezelfde kunst
Slide 8 - Slide
Barbaren
Barbaren; iedereen die geen Grieks sprak.
Niet-Grieken deden niet mee aan bestuur/ spelen.
Slide 9 - Slide
De olympische spelen
Het was ter ere van de goden.
Zo kon je laten zien dat jouw stadstaat het beste was.
Voor de olympische spelen werden zelfs wapenstilstanden uitgeroepen.
(zelfs vrouwen hadden een olympische spelen in Olympia ter ere van Hera)
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Ilias en odysee
Geschreven door Homerus
Heldenverhalen (sagen)
Epos = verhalend gedicht
Slide 14 - Slide
Wetenschap
600 v.C.: Veel Grieken geloven niet in het werk van de goden
Ze gingen zelf met verstand nadenken en onderzoeken
Dit noemen we wetenschap
De Grieken noemden mensen die waarheid zochten filosofen
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Bekende wetenschappers
Hippocrates
Medicijnen
Herodotus
Geschiedenis
Archimedes
Natuurkunde
Pythagoras
Wiskunde
Socrates
Filosofie
Plato
Filosofie
Aristoteles
Filosofie
Aristarchus
Sterrenkunde
Slide 18 - Slide
Tempels
De Grieken bouwden tempels voor hun goden
Hier konden ze de goden aanbidden
Hier werd veel tijd en geld aan besteed
Tempels nu
Tempels vroeger
Slide 19 - Slide
Tempels
Een Griekse tempel bestond uit een rij zuilen met daar bovenop een mooi versierde fries en fronton.
Er was een ommuurde binnenruimte waar het godenbeeld stond.
De tempels hadden een symmetrische vorm.
Fries
een strook met reliëfs
Fronton
een driehoekige ruimte die vaak gevuld was met beeldhouwwerken
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
De bewondering voor de Griekse (en later ook de Romeinse) kunst is altijd blijven bestaan en ging soms erg ver. De gevel van het Paleis op de Dam in Amsterdam is bijna een kopie van het Parthenon in Athene.
Slide 23 - Slide
Zuilen
De Grieken ondersteunden de daken van tempels met zuilen
Er waren drie soorten (DIK):
Dorische zuilen
Eenvoudig met rechte lijnen
D
Ionische zuilen
Twee krullen bovenaan
I
Korintische zuilen
Versierd met gekrulde bladeren
K
D
I
K
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Griekse beelden
Grieken namen hun beeldhouwkunst over van de Egyptenaren
Daarom leken de beelden erg stijf
Maar Grieken wilden beelden "echt" laten lijken
Daarom kregen de beelden meer "beweging"
Voorbeeld
Een Egyptisch beeld (links) en een Grieks beeld (rechts)
Voorbeeld
Een discuswerper. Je kan de beweging van de worp zien
Slide 26 - Slide
Perfectie
De beelden leken op mensen, maar moesten goden voorstellen
Daarom moest het lichaam perfect zijn
Dus aantrekkelijk, gespierd en fel gekleurd
Voorbeeld
Slide 27 - Slide
Toneel
Grieken waren dol op verhalen
Je kon er veel van leren en het was leuk
Deze verhalen werden verteld in toneelstukken
Er waren tragedies (verdrietig) en komedies (vrolijk, bespottend)
Slide 28 - Slide
Met religie, wetenschap en filosofie wordt bedoeld?
A
De manier van bouwen
B
De manier van denken
C
De manier van besturen
D
Een nieuwe kunst
Slide 29 - Quiz
Welke Griekse wetenschapper hoort bij welke wetenschap?
Geschiedenis
Filosofie
Wiskunde
Pythagoras
Aristotoles
Herodotus
Slide 30 - Drag question
Verhaal over de levens van goden
Heel onwaarschijnlijk verhaal
(meestal over een held)
Verhaal in dichtvorm
Alle mensen die
niet Grieks zijn
Verhaal over een held met deels de waarheid
Berg waar de Griekse
goden op leefden
Barbaren
Legendes
Sagen
Olympus
Epos
Mythen
Slide 31 - Drag question
Wat is een mythe?
A
een Griekse god
B
verhaal over goden of halfgoden - of een verhaal dat voor waar wordt aangenomen, maar niet helemaal op feiten berust
C
een waargebeurd verhaal
D
een Griekse nederzetting
Slide 32 - Quiz
Wat past goed bij de Griekse wetenschap?
A
Kennis verzamelen en nauwkeurig bestuderen
B
Mythen schrijven
C
Verklaringen zoeken in de verhalen over de Goden
D
Verhalen verzamelen en goed bestuderen
Slide 33 - Quiz
Wat is het verschil tussen filosofie en wetenschap?
A
bij wetenschap doen ze onderzoek naar feiten, bij filosofie niet
B
er is geen verschil
C
er is bij filosofie onderzoek gedaan en bij wetenschap niet
Slide 34 - Quiz
Opdracht Goden
wat: zoek een godenverhaal van een Griekse god die jou aanspreekt. Zoek het volgende uit: