One/ OnesVaak kun je een zelfstandig naamwoord vervangen door one wanneer je het herhaalt of wanneer je antwoord geeft op een vraag:
Which skirt are you going to buy? The white one.
This new bag is black, my old one was green.
I like your bike, did you buy a new one?
Bij meervoud gebruik je ones:
I'm going to buy new trainers because my old ones have holes in them.