1 Het is de eerste keer dat Mahdi zijn verjaardag viert.
2 Mahdi heeft vijftig cadeaus gekregen.
3 Mahdi heeft in Duitsland leren fietsen en zwemmen.
4 Mahdi vindt het makkelijk om talen te leren.
5 Bij Mahdi eet de hele familie samen.
6 Mahdi vindt het eten bij Karim thuis lekker.