Pak je leerboek + wiskundeschrift + werkboek + pen + potlood + rekenmachine
1 / 53
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom Mavo 2A
Pak je leerboek + wiskundeschrift + werkboek + pen + potlood + rekenmachine
Slide 1 - Slide
Afspraken
Rustig binnenkomen en volgens de plattegrond zitten
Pak direct je spullen op tafel, tas en telefoon weg.
Docent praten -> jij bent stil.
Vraag? Antwoord? Probleem? Vinger in de lucht.
Slide 2 - Slide
Programma
Informatie over wiskundemateriaal.
Oefentoets maken.
Oefentoets bespreken.
Morgen SO Hoofdstuk 2!
Slide 3 - Slide
Lesmateriaal wiskunde
Slide 4 - Slide
Oefentoets
De oefentoets maak je zelfstandig!
Je mag daar je boek bijhouden, net als Teams op je laptop om de lessonups te bekijken als je eventjes niet meer weet hoe het moet.
Heb je vragen? Dan steek je je hand op (lees eerst zelf de theorie)
Tip: maak meteen een samenvatting met de belangrijkste lesstof terwijl je de oefentoets aan het maken bent.
10 minuten voor het eind van de les stoppen we en gaan we de antwoorden bespreken.
Voordat je start: luister goed naar de volgende aanwijzingen!
timer
1:00
Slide 5 - Slide
Je moet zelf getallen invullen. Kies het kleinste en het grootste getal van de horizontale as en 1 getal daartussen!
Slide 6 - Slide
Je moet het getal 140 vervangen door 0 !
Slide 7 - Slide
Oefentoets
De oefentoets maak je zelfstandig!
Je mag daar je boek bijhouden, net als Teams op je laptop om de lessonups te bekijken als je eventjes niet meer weet hoe het moet.
Heb je vragen? Dan steek je je hand op (lees eerst zelf de theorie)
Tip: maak meteen een samenvatting met de belangrijkste lesstof terwijl je de oefentoets aan het maken bent.
10 minuten voor het eind van de les stoppen we en gaan we de antwoorden bespreken.
Voordat je start: luister goed naar de volgende aanwijzingen!
timer
1:00
Slide 8 - Slide
Tim: hoogte in cm = 7,5 + 0,8t
Els: hoogte in cm = 4,5 + 1,1t
t: tijd in dagen
Slide 9 - Slide
Tim: hoogte in cm = 7,5 + 0,8t
Els: hoogte in cm = 4,5 + 1,1t
t: tijd in dagen
Het kan zijn dat jouw grafiek er net een beetje anders uitziet. Heb je daardoor na 11 dagen en 16 cm hoogte is het ook goed.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Morgen SO!
!Let op: morgen 6 oktober SO hoofdstuk 2.1 t/m 2.3!
Meenemen: geodriehoek, rekenmachine, potlood, pen, leerboek en werkboek, wiskundeschrift
Slide 15 - Slide
Even herhalen!
§2.2 oplossen met inklemmen
... ik kan oplossingen vinden door inklemmen te gebruiken
... ik weet hoe ik de manier van inklemmen netjes opschrijf
Oefenvraag zoals op het proefwerk
Slide 16 - Slide
Amin heeft op zijn rekening 100 euro staan. Bij het uitgeven van zijn geld hoort de volgende formule:
Bedrag op spaarrekening = 100 - 20d
d = uitgaven per dag
je wilt weten wanneer hij geen geld meer op zijn rekening heeft staan. Welke vergelijking hoort daarbij?
bereken met inklemmen na hoeveel dagen zijn geld op is.
Wisbordje
Slide 17 - Slide
Bedrag op spaarrekening = 100 - 20d. d = uitgaven per dag
je wilt weten wanneer hij geen geld meer op zijn rekening heeft staan. Welke vergelijking hoort daarbij?
100 - 20d = 0
2. bereken met inklemmen na hoeveel dagen zijn geld op is.
dus na 5 dagen is zijn geld op.
Nakijken
100 - 2d
0
t = 6
100 - 20 x 6 = - 20 te veel
t = 4
100 - 20 x 4 = 20 te veel
t = 5
100 - 20 x 5 = 0 klopt
Slide 18 - Slide
opgave 30, 31 en 32
Huiswerk nakijken
Slide 19 - Slide
opgave 30, 31 en 32
Vanaf blz 70
Huiswerk nakijken
Slide 20 - Slide
\
Huiswerk nakijken
Slide 21 - Slide
\
Huiswerk nakijken
Slide 22 - Slide
Leerdoelen vandaag
§2.3 oplossen met de balansmethode
... ik kan oplossingen vinden door de balansmethode te gebruiken
... ik ken de stappen uit je hoofd om de balansmethode te gebruiken en kan het goed opschrijven.
Slide 23 - Slide
Introductie
Wat betekent het als iets in balans is?
Slide 24 - Slide
Introductie: wisbordje
Slide 25 - Slide
Nakijken
Slide 26 - Slide
Introductie: wisbordje
Slide 27 - Slide
Nakijken
Slide 28 - Slide
Het heet de balansmethode omdat je steeds aan de linkerkant als aan de rechterkant dezelfde bewerking doet (eerst aftrekken, daarna delen)
Het blijft dus in balans.
Theorie
Slide 29 - Slide
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Oefenen
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. De losse getallen (zonder letter) aan allebei de kanten van het = teken aftrekken.
3. De getallen met letter aan allebei de kanten van het = teken delen.
4. Controleer door je antwoord in te vullen in de formule
Slide 30 - Slide
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Nakijken
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. De losse getallen (zonder letter) aan allebei de kanten van het = teken aftrekken.
3. De getallen met letter aan allebei de kanten van het = teken delen.
4. Controleer door je antwoord in te vullen in de formule
Slide 31 - Slide
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Oefenen
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. De losse getallen (zonder letter) aan allebei de kanten van het = teken aftrekken.
3. De getallen met letter aan allebei de kanten van het = teken delen.
4. Controleer door je antwoord in te vullen in de formule
Slide 32 - Slide
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Nakijken
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. De losse getallen (zonder letter) aan allebei de kanten van het = teken aftrekken.
3. De getallen met letter aan allebei de kanten van het = teken delen.
4. Controleer door je antwoord in te vullen in de formule
Slide 33 - Slide
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Oefenen
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. De losse getallen (zonder letter) aan allebei de kanten van het = teken aftrekken.
3. De getallen met letter aan allebei de kanten van het = teken delen.
4. Controleer door je antwoord in te vullen in de formule
Slide 34 - Slide
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Nakijken
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. De losse getallen (zonder letter) aan allebei de kanten van het = teken aftrekken.
3. De getallen met letter aan allebei de kanten van het = teken delen.
4. Controleer door je antwoord in te vullen in de formule
Slide 35 - Slide
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Oefenen
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. De losse getallen (zonder letter) aan allebei de kanten van het = teken aftrekken.
3. De getallen met letter aan allebei de kanten van het = teken delen.
4. Controleer door je antwoord in te vullen in de formule
Hoeveel posters bestelt Daan?
Je bent verplicht om de balansmethode te gebruiken. Tip: schrijf eerst de vergelijking op.
Slide 36 - Slide
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Nakijken
4p + 2 = 38
-2 -2
4p = 36
:4 :4
p = 9
Controle: 4 x 9 + 2 = 38 dus klopt.
Daan bestelt 9 posters.
Hoeveel posters bestelt Daan?
Je bent verplicht om de balansmethode te gebruiken. Tip: schrijf eerst de vergelijking op.
Slide 37 - Slide
Oefenen
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. De losse getallen (zonder letter) aan allebei de kanten van het = teken aftrekken.
3. De getallen met letter aan allebei de kanten van het = teken delen.
4. Controleer door je antwoord in te vullen in de formule
Klaar? Maak alvast opgave 45 en 46 vanaf blz 75
4b + 6 = 16
2x + 15 = 35
4z + 6 = 24
Slide 38 - Slide
Nakijken
4z + 6 = 24
-6 -6
4z = 18
:4 :4
z = 4,5
4b + 6 = 16
-6 -6
4b = 10
:4 :4
b = 2,5
2x + 15 = 35
- 15 - 15
2x = 20
:2 :2
x = 10
Slide 39 - Slide
Vergelijking oplossen met Inklemmen
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Oefenen
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. Maak een tabel. Formule linksboven, uitkomst rechtsboven.
3. Los de vergelijking op met inklemmen en vul je tabel.
4. Schrijf je conclusie op!
afspraak: minimaal 3 getallen uitproberen.
Stappenplan:
1. Stel de vergelijking op
2. De losse getallen (zonder letter) aan allebei de kanten van het = teken aftrekken.
3. De getallen met letter aan allebei de kanten van het = teken delen.
4. Controleer door je antwoord in te vullen in de formule
Los op met inklemmen en met de balansmethode:
3x + 1 = 16
Slide 40 - Slide
Vergelijking oplossen met Inklemmen
Vergelijking oplossen met de balansmethode
Nakijken
Los op met inklemmen en met de balansmethode:
3x + 1 = 16
3x + 1
16
x = 2
3 x 2 + 1 = 7 te weinig
x = 6
3 x 6 + 1 = 19 te veel
x= 5
3 x 5 + 1 = 16 klopt
het antwoord is x = 5
3x + 1 = 16
-1 -1
3x = 15
:3 :3
x = 5
Controle: 3 x 5 + 1 = 16 dus klopt
Slide 41 - Slide
opgave 45 en 46
Vanaf blz 75
Aan de slag/ huiswerk
Slide 42 - Slide
Leerdoelencheck
§2.3 oplossen met de balansmethode
... ik kan oplossingen vinden door de balansmethode te gebruiken
... ik ken de stappen uit je hoofd om de balansmethode te gebruiken
Slide 43 - Slide
7b + 4 = 24 Wat is de eerste stap?
A
+4
B
-4
C
:7
D
x7
Slide 44 - Quiz
7b + 4 = 24 -4 .-4 7b = 20 Wat is de volgende stap?
A
-7
B
+7
C
x7
D
:7
Slide 45 - Quiz
De vergelijking is 13 a + 6 = 19 De oplossing is a = 2 Klopt dit?...Controleer dit.
A
ja klopt
B
nee klopt niet
C
ik weet niet hoe ik dat moet controleren
Slide 46 - Quiz
Huiswerk wo lesuur 3
Maken: opgave opgave 45, 46 en 48 paragraaf 2.3 vanaf blz 75. Schrijf de stappen netjes op in je schrift!
!Let op: donderdag 6 oktober SO hoofdstuk 2.1 t/m 2.3!
Meenemen: geodriehoek, rekenmachine, potlood, pen, leerboek en werkboek, wiskundeschrift
Slide 47 - Slide
Smartrekenen
Iedere week smartrekenen doen we om beter te worden in rekenen.
Je krijgt geen toets van smartrekenen in de toetsweek.
Er zijn wel voortgangstoetsen (diatoetsen en cito vas toetsen)
Met die toetsen wordt gekeken of:
Je extra hulp nodig hebt voor rekenen (of andere onderdelenen zoals Nederlands en Engels) zodat het beter gaat en je over kan naar mavo 2
Je op mavoniveau zit
Je misschien wel op havoniveau zit.
Door iedere week te Smartrekenen (en Numo Engels en Nederlands te doen) zorg je ervoor dat de voortgangstoetsen goed gaan!
Sommige leerlingen staan niet in klas zm2a. Dan moet je jezelf in de goede klas zetten! Ga naar smartrekenen. Klik rechtsboven op je naam. Klik op profiel. Scroll naar beneden. Voer bij klascode 23006556296 in en klik op opslaan.
Slide 48 - Slide
Filmpjes met uitleg 2.3
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Video
Bijzondere driehoeken
Rechthoekige driehoek.
1 hoek is 90 graden
Gelijkzijdige driehoek.
3 zijdes even groot
dus 3 hoeken even groot
Gelijkbenige driehoek.
2 zijdes even groot
dus 2 hoeken even groot (de uiteinden van de benen)