LJ1 3.1 Negatieve getallen / LJ2 3.1 Oppervlakte stomphoekige driehoek

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Wiskunde Hoofdstuk: LJ1 - 3.1 LJ2 3.1
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ1: Pak je spullen van wiskunde voor je: boek, schrift en werkboek en open je boek op blz 102.

LJ2: Lees de theorie op blz 102/103 goed door! Maak daarna opdracht 1. Klaar? dan pak je even een wiskunde spel.

Huiswerkcontrole

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Denkvermogen:

- Weegt oplossingen tegen elkaar af

- Kiest beargumenteerd een oplossing

Samenwerkend leren:

- Kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen

- Vervult verschillende rollen

3. Lesdoel LJ1

Aan het eind van deze les:

- Ken je het verschil tussen positieve en negatieve getallen

- Ken je de tekens voor groter dan, kleiner dan en is gelijk aan. 

Wat is GEEN positief getal

1. 0
2. 57
3. -28
4. 3045

Zet de volgende getallen van groot naar klein:
0,4 / -0,06 / 0,06 / 1,43 / -2,2

Wat is kouder?
-5,1 °C of -8,3 °C

Wat betekent het volgende teken: <

1. Is gelijk aan
2. Groter dan
3. Kleiner dan

Vul het juiste teken in:
0,4 .... 4

Wie maakt wat:

Had je 4/5 de vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdrachten 1 t/m 11.

Had je 2/3 vragen goed: dan luister je mee naar de basisinstructie. Daarna kan je zelfstandig aan het werk.

Had je 0/1 vraag goed: dan doe je mee met de basisinstructie en maken we daarna nog een aantal opgaven samen.

'Is gelijk aan'

Dit tekentje betekent dat wat aan de ene kant staat gelijk is dan wat er aan de andere kant staat. 

5 + 2 = 3 + 4

'Groter dan'

Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat groter is dan wat er aan de rechter kant staat. 

5 + 2 > 3 + 3

>

'Kleiner dan'

Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat kleiner is dan wat er aan de rechter kant staat. 

5 + 1 < 3 + 4

<

5. Begeleid inoefenen

Volgende je alleen de basisinstructie dan mag je nu aan het werk. Je maakt opdracht 3 t/m 7 en 8 t/m 10.

De andere maken samen met mij opdracht 3, 4 en 9.

6. Zelfstandig werken

Verdiept: 3.1 opdr 1 t/m 11 blz 102 t/m 105

Basis: 3.1 opdr 3 t/m 7 en 8 t/m 10 blz 103 t/m 105

Intensief:opdr 6, 7, 8 en 10 op blz 103 t/m 105

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na. 

Daarna pak je een wiskundespel uit de kast. 

1. Lesopening LJ2

Pak je boek van wiskunde, je schrift en je werkboek. 

Laat alles dicht op je tafel liggen.

Huiswerkcontrole.

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Denkvermogen:

- Weegt oplossingen tegen elkaar af

- Kiest beargumenteerd een oplossing

Samenwerkend leren:

- Kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen

- Vervult verschillende rollen

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- Kan je de oppervlakte van een stomphoekige driehoek berekenen

Welke formule hoort bij het berekenen van de oppervlakte van een driehoek?

1. lengte x breedte = oppervlakte Δ
2. lengte x breedte x hoogte = oppervlakte Δ
3. basis x hoogte = oppervlakte Δ
4. 0,5 x basis x hoogte = oppervlakte Δ

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?

Wat is een stomphoekige driehoek?

Wie maakt wat:

Had je alle 4 de vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdrachten 2 t/m 11 blz 103 t/m 105.

Had je 2/3 vragen goed: dan luister je mee naar de basisinstructie. Daarna kan je zelfstandig aan het werk.

Had je 0/1 vraag goed: dan doe je mee met de basisinstructie en maken we daarna nog een aantal opgaven samen.

Opp. stomphoekige driehoek

De hoogte ligt nu naast de driehoek.

Opp. stomphoekige driehoek

De hoogte ligt nu naast de driehoek.

Gebruik gewoon de normale formule:

         0,5 x basis x hoogte = opp Δ

Opp. stomphoekige driehoek

De hoogte ligt nu naast de driehoek.

Gebruik gewoon de normale formule:

         0,5 x basis x hoogte = opp Δ                     

                    0,5 x 2 x 3 = 3 cm²

Opp. stomphoekige driehoek

De hoogte ligt nu naast de driehoek.

Gebruik gewoon de normale formule:

         0,5 x basis x hoogte = opp Δ                     

Opp. stomphoekige driehoek

De hoogte ligt nu naast de driehoek.

Gebruik gewoon de normale formule:

         0,5 x basis x hoogte = opp Δ                     

                    0,5 x 4 x 3 = 6 cm²

5. Begeleid inoefenen

Indien je alleen de basisinstructie hoefde te volgen ga je nu aan de slag met de opdrachten 2 t/m 9 op blz 103 t/m 105.

Met de rest maak ik opdracht 2, 3 en 9 samen.

6. Zelfstandig werken

Verdiept: 3.1 opdr 2 t/m 11 op blz 103 t/m 105

Basis: 3.1 opdr 2 t/m 9 op blz 103 t/m 105

Intensief: 3.1 opdr 4, 5 , 7 en 8 op blz 103/104

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na. 

Daarna pak je een wiskundespel uit de kast. 

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

Huiswerk:                                          

Woensdag 1 december                     

Verdiept: 3.1 opdr 1 t/m 11 blz 102 t/m 105

Basis: 3.1 opdr 3 t/m 7 en 8 t/m 10 blz 103 t/m 105

Intensief: opdr 6, 7, 8 en 10 op blz 103 t/m 105                  

Welk getal is negatief?

1. 42
2. 64
3. -235
4. 2 342

Welk van de onderstaande sommen is juist?

1. 2 + 3 = 4
2. 8 < 2 + 5
3. 1 + 9 > 10
4. 8 - 2 < 7

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

Huiswerk:

Woensdag 1 december

Verdiept: 3.1 opdr 2 t/m 11 op blz 103 t/m 105

Basis: 3.1 opdr 2 t/m 9 op blz 103 t/m 105

Intensief: 3.1 opdr 4, 5 , 7 en 8 op blz 103/104                        

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?