T4

Materia Toetsstof
  • voca U4 es-ne y ne-es (LT 194,195,196)
  • gramática U4 (LT 164,165,166)
  • gramática U1,U2,U3 (herhalen, want je hebt het nodig)
  • números 0-100 (LT 156)
> getallen voor havo alleen Spaans-Nederlands
> vwo en vwo+ getallen ook Nederlands-Spaans uitschrijven
1 / 38
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Materia Toetsstof
  • voca U4 es-ne y ne-es (LT 194,195,196)
  • gramática U4 (LT 164,165,166)
  • gramática U1,U2,U3 (herhalen, want je hebt het nodig)
  • números 0-100 (LT 156)
> getallen voor havo alleen Spaans-Nederlands
> vwo en vwo+ getallen ook Nederlands-Spaans uitschrijven

Slide 1 - Slide

VOCA LT 194

Slide 2 - Slide

¿Qué ves?

Slide 3 - Open question

¿Qué ves?

Slide 4 - Open question

¿Qué ves?

Slide 5 - Open question

El hijo de mi tía es mi...

Slide 6 - Open question

La hija de mi tío es mi...

Slide 7 - Open question

Tengo 12 años y mi ... es el 9 de abril.

Slide 8 - Open question

Verbos Werkwoorden

Slide 9 - Slide

En parejas In tweetallen
  1. Persoon A knipt 20 kaartjes en zet daar alle Spaanse persoonlijk voornaamwoorden op (12) en vult die aan met andere mogelijke onderwerpen van een zin bijv. 'Juan', 'La abuela', 'Los hijos de Juan').
  2. Persoon B knipt ook 20 kaartjes en zet daar de werkwoorden op die je in H1 t/m H4 hebt gehad. Schrijf de infinitief op!
  3. Leg de kaartjes op 2 stapels: 'onderwerp' en 'persoonsvorm'.
  4. Pak om beurten een onderwerp een een persoonsvorm en vervoeg het werkwoord naar het onderwerp. Eén juiste vervoeging is 1 punt waard.

Slide 10 - Slide

Mijn oma heet Rosa.

Slide 11 - Open question

Mijn oma is zesentachtig jaar.

Slide 12 - Open question

Mijn oma en opa wonen in Spanje.

Slide 13 - Open question

VOCA LT 195

Slide 14 - Slide

Op zaterdag speelt Juan gitaar.

Slide 15 - Open question

Zijn gitaar is mooi.

Slide 16 - Open question

Zijn muziek is schitterend.

Slide 17 - Open question

No tengo un (potlood), pero sí tengo un boli.

Slide 18 - Open question

Los chicos (kopen) un pastel de cumpleaños.

Slide 19 - Open question

Posesivos Bezittelijk voornaamwoorden

mijn
jouw
zijn 
haar
uw
ons, onze
jullie
hun

Slide 20 - Slide

Posesivos Bezittelijk voornaamwoorden

mijn mi / mis
jouw tu / tus
zijn su / sus
haar su / sus
uw su / sus
ons, onze nuestro / nuestros / nuestra / nuestras
jullie vuestro / vuestros / vuestra / vuestras
hun su / sus

Slide 21 - Slide

Esta es (mijn) habitación.

Slide 22 - Open question

(Mijn) libros para el colegio están en mi estantería.

Slide 23 - Open question

Aquí está (onze) jardín.

Slide 24 - Open question

Estos son (onze) gatos.

Slide 25 - Open question

VOCA LT 196

Slide 26 - Slide

Waarom versier je het huis?
A
¿Porque decoras la casa?
B
¿Porque decoro la casa?
C
¿Por qué decoras la casa?
D
¿Por qué decores la casa?

Slide 27 - Quiz

(Het snoepje) está en la mesa.

Slide 28 - Open question

Son (geweldige* cadeau's).
geweldig = genial

Slide 29 - Open question

¿Por qué
Vragen naar reden
Porque...
Reden geven

Slide 30 - Slide

Adjetivos Bijvoeglijk naamwoorden
- eindigend op een medeklinker/-a/-e  >  2 vormen
- eindigend op een -o > 4 vormen
- Let hier dus goed op als je 
de woordjes aan het leren
bent!

Slide 31 - Slide

Números 0-100 Getallen 0-100
41 : cuarenta y uno

55 : cincuenta y cinco

92 : noventa y dos
Heb je nodig voor (bijvoorbeeld):
- leeftijden
- klokkijken
- telefoonnummers

Slide 32 - Slide

Zet in cijfers: setenta y seis

Slide 33 - Open question

Zet in cijfers: cincuenta y nueve

Slide 34 - Open question

(Mijn favoriete activiteiten) son nadar y jugar al fútbol.

Slide 35 - Open question

Preparo (een paar[!] mooie gebakjes).

Slide 36 - Open question

Hoy es nuestra última clase Vandaag is onze laatste les

1. Practicar y control deberes unidad 4
2. Texto: Un regalo para Javi (LE 48/49 + LT 30/1)
3. Evaluación

Slide 37 - Slide

¡Mucha suerte con las pruebas!

Slide 38 - Slide