Cap2 les 7

Allemaal: aanmelden LU
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Allemaal: aanmelden LU

Slide 1 - Slide

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________
el _____(datum)__________
de _____(maand)__________

Escribe la fecha en tu cuaderno => Schrijf de datum in je schrift

Slide 2 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
1. Starter - activar el VOCABULARIO
2. Repasamos los pronombres personalesVERBOS REGULARES 
3. Kahoot sobre los VERBOS REGULARES
4. Controlamos + corregimos "La Tarea"
5. Practicamos para la prueba + oefentoets

Slide 3 - Slide

1. Activación del vocabulario
banco
instituto
supermercado
parada
panadería
hospital
ING es un...
El Wolfert es un...
Albert Heijn es un...
Enfrente de Blijdorp hay una … del autóbus 44.
El pan se vende en una...
Por COVID-19 hay mucha gente en el...

Slide 4 - Drag question

2. Repaso: Weet jij de pronombres personales nog in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. Doe daarna hetzelfde met de rode kaartjes.
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González

Slide 5 - Drag question

=> Pregunta: ¿Hoe vervoeg je dan 'amar' (houden van) en 'creer' (geloven)? 
2. Repasar 

Slide 6 - Slide

Tú ......................(vivir) en Bogotá, Colombia
A
vivas
B
vives
C
vivis
D
vivéis

Slide 7 - Quiz

La chica y yo (vivir) __ en Buenos Aires, Argentina.
A
vivimos
B
vivís
C
vivemos
D
viven

Slide 8 - Quiz

Jugamos un ¡Kahoot! sobre los verbos regulares!

Slide 9 - Slide

¡Jugamos! en grupos de 3/4
El juego del "TEAMLEADER" con los verbos regulares Y con el DADO (dobbelsteen)
¿Cómo?  Jullie gaan in groepjes van 3 of 4, 1 iemand is teamleader, hij/zij houdt de score bij. Op een los blad maak je twee kolommen.
De eerste kolom is voor alle 6 persoonlijke voornaamwoorden. In de tweede kolom schrijf je 6 Spaanse werkwoorden op die we in de lessen hebben gezien. Zorg dat je allemaal de lijst kunt zien. 
=> Teamleader gooit dobbelsteen twee x. De 1e worp staat voor kolom 1, de 2e worp staat voor kolom 2. De anderen in de groep moeten zo snel mogelijk de juiste vervoeging van het werkwoord geven. 
Als iemand 3 juiste antwoorden heeft, wissel je van teamleader. Challenge! Schrijf ipv 6 Spaanse, Nederlandse werkwoorden op, die je dan ook nog goed moet vertalen




timer
10:00

Slide 10 - Slide

Vul in: pronombres personales

1. Yo
2. etc...
3. etc...
4. etc...
5. etc...
6. etc....
Vul in: 6 werkwoorden (-AR, -ER, -IR)
1. bv. hablar
2. bv comer
3......
4......
5......
6......

Slide 11 - Slide

Controlar + corregir "La Tarea"

Slide 12 - Slide

timer
20:00
Schrijf op in je schrift:

Slide 13 - Slide

Ezelsbruggetje - kiezen tussen estar en hay
  • Voor woorden waar de of het (el, la, los, las) voor staat, gebruik je estar.
  • Bij woorden waar een (un, una), een paar (unos, unas), telwoorden (dos, tres etc.) of een hoeveelheid (muchos, pocos) voor staat, gebruik je hay 

Slide 14 - Slide

¿Cómo practicar para la PRUEBA?

1. Bestudeer de LessonUp slides
2. Bestudeer alle aantekeningen in je schrift
3. Maak oefeningen opnieuw die je lastig vond
4. Maak quizlet lijsten aan voor de frases clave (bron E + K)
5. Maak de opdrachten hiernaast=>
Oefeningen voor grammatica

Verbos -AR: klik hier
Verbos -ER: klik hier
Verbos -IR: klik hier
Alle werkwoorden: klik hier

Verbo ESTAR: klik hier en hier

Pronombres interrogativos (vraagwoorden): klik hier

Preposiciones (voorzetsels): klik hier 


Slide 15 - Slide