Je kunt beschrijven waar het vak nask over gaat.
Je kunt uitleggen wat een natuurverschijnsel is.
Je kunt beschrijven waar het vak biologie over gaat.
Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.
Je kent het verschil tussen een stof en een materiaal.
Je kunt uitleggen hoe een stof kan veranderen.