Een nieuw vak

Natuurwetenschappen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Natuurwetenschappen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
Waddenzee

§ 1.1 een nieuw vak - uitleg / opdrachten maken
§ 1.2 onderzoeken - uitleg / opdrachten maken
Proef 1, proef 2

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waddenzee

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Checklist - in Magister
Schoenen voor het wadlopen & andere schoenen
Kleding - let op het weer
Vuilniszak voor je vuile kleding
Eten en drinken 

En vergeet je handdoek niet 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het Wad 
Is alles duidelijk?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Natuurwetenschappen
Natuurkunde                Scheikunde                  Biologie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

natuurkunde
Als het vriest, dan verandert water in ijs (afbeelding 4). IJs is een vaste stof. 
Water kan dus veranderen in waterdamp of in ijs. 
Van waterdamp en ijs kun je weer water maken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

scheikunde
Stoffen kunnen ook op een andere manier veranderen. Hout kan verbranden. Het hout verandert dan in houtskool, as en rook (afbeelding 5). 
Van houtskool, as en rook kun je geen hout meer maken. Het hout is voor altijd veranderd in andere stoffen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

natuur
Bliksem, stoffen, water, licht en geluid komen voor in de natuur. Natuurverschijnselen zijn dingen die gebeuren in de natuur. Bij nask leer je hoe deze natuurverschijnselen werken.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

biologie

Ook het vak biologie gaat over de natuur. Maar biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten. Natuurkunde en scheikunde gaan over de niet-levende natuur

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt beschrijven waar het vak nask over gaat.
Je kunt uitleggen wat een natuurverschijnsel is.
Je kunt beschrijven waar het vak biologie over gaat.
Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat: maken opdrachten van §1.1 een nieuw vak
Hoe: online 
Waar: magister - leermiddelen - nova; 

Hulp: buurman/buurvrouw of docent

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Onthouden
Natuurkunde en scheikunde gaan over natuurverschijnselen in de niet-levende natuur.

Biologie gaat over de levende natuur, dus over mensen, dieren en planten.

Natuurkunde en scheikunde gaan ook over stoffen.
Bij natuurkunde veranderen stoffen van toestand.
Bij scheikunde veranderen stoffen in andere stoffen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Nog niet af?
Huiswerk of straks verder werken
Maken opdrachten van §1.1 een nieuw vak



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 2: Onderzoeken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom je onderzoek doet bij nask.
  • Je kunt benoemen wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
  • Je kunt beschrijven hoe je voorzichtig aan onbekende stoffen kunt ruiken.
  • Je kunt uitleggen waarom je bij natuurkunde en scheikunde nooit mag proeven van een stof.
  • Je kunt beschrijven wat de onderzoeksvraag en de conclusie van een onderzoek zijn. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen
Je moet nauwkeurig kunnen waarnemen!

Maar waar doe je dat mee? 

  • Zintuigen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Onderzoek doen
Je wilt bij Natuur- en Scheikunde dingen ontdekken. 
Dit doe je door onderzoek te doen.

Onderzoeksvraag (wat wil je ontdekken) -> Het onderzoek -> Conclusie van het onderzoek (= antwoord op je onderzoeksvraag)

Slide 20 - Slide

Kokend water als voorbeeld gebruiken

Voorzichtig!
Bij onderzoek moet je voorzichtig ruiken 
en 
mag je NOOIT PROEVEN!!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen doe je met je zintuigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is géén zintuig
A
Zien
B
Ogen
C
Horen
D
Ruiken

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Deze mevrouw gebruikt de juiste manier om aan een onbekende stof te ruiken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde van onderzoek doen?
A
Onderzoeksvraag -> Conclusie-> Het onderzoek
B
Het onderzoek -> Conclusie -> Onderzoeksvraag
C
Onderzoeksvraag -> Het onderzoek -> Conclusie
D
Het onderzoek -> Onderzoeksvraag -> Conclusie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
§ 1.2 Onderzoeken 
Online opdrachten maken



Slide 26 - Slide

This item has no instructions