This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning vandaag
Wat zijn de leervragen voor de toets
filmpjes hfst 2
Hoe verklaar je bronnen?
Oefentoets
Slide 1 - Slide
Leervragen Toets
) Welke factoren hebben ervoor gezorgd dat er na de Eerste Wereldoorlog meerdere totalitairelanden ontstonden?
) op welke manier kwamen, Hitler, Stalin en Mussolini aan de macht?
) Wat zijn de kenmerken van: Nationaalsocialisme, Communisme en het Fascisme?
) Op welke manier beleven de VS/NL het Interbellum (politiek, sociaal en economisch)
*Alle vragen moet je kunnen beantwoorden m.b.v. begrippen, spotprenten en andere bronnen!
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Zo waren er vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.
Dát het werd geproduceerd was meestal belangrijker dan hoe het was geproduceerd: de kwaliteit en de keuze was beperkt.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Ideeën van de nazi's
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Verklaren Spotprenten
Bekijk de titel en het bijschrift. Uit welke periode komt de bron?
Wat zie je letterlijk in de bron terugkomen?
Wat wil de cartoonist duidelijk maken. Gebruik hierin antwoorden uit stap 2.
Er staat: Duitsers, herinner u dat!
Slide 10 - Slide
Zet de onderstaande gebeurtenissen in de goede volgorde: schrijf de cijfers in de goede volgorde op.
Start WOII
Invoering Machtingswet (wet die Hitler alle macht gaf)
Beurskrach
Duitse jongens verplicht bij Hitlerjugend
Invoering Dawesplan (Amerikaanse geldleningen voor Duitsland)
Vrede van Versailles
Chronologie vragen komen ook terug in de toets op bovenstaande manier!
6,5,3,2,4,1
Slide 11 - Slide
Interbellum toets
3 havo
Slide 12 - Slide
Wat stond niet in het Verdrag van Versailles
A
Duitsland moet grondgebied afstaan
B
Duitsland krijgt de schuld van WO1
C
Het Duitse leger mag niet meer dan 100.000 hebben
D
De Duitsers moeten grote bedragen aan schadevergoeding betalen
Slide 13 - Quiz
Wat is een van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Amerikanen lenen te veel
C
Amerikanen verkopen hun aandelen niet meer
D
Amerikanen kochten massaal aandelen
Slide 14 - Quiz
Hitler wint de verkiezingen van 1933 en is toen Rijkskanselier geworden
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
De Fransen hebben na de Eerste Wereldoorlog een stuk Duitsland bezet
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
De nationaal socialisten vonden het Verdrag van Versailles zeer rechtvaardig voor Duitsland
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
In Duitsland na 1933 was er geen vrijheid van meningsuiting
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
In de jaren '20 kochten Amerikanen aandelen met geleend geld
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Wanneer is het Interbellum?
A
1914-1918
B
1918-1933
C
1919-1939
D
1940-1945
Slide 20 - Quiz
Het Verdrag van Versailles werd in 1918 ondertekend
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
In het Verdrag van Versailles werd afgesproken dat
A
Het Duitse leger niet meer dan 50.000 soldaten mocht hebben
B
Duitsland de helft van z'n grondgebied moest afstaan
C
Het Ruhrgebied moest vrij van Duitse soldaten zijn
Slide 22 - Quiz
Gelijk na de Eerste Wereldoorlog werd er een nieuwe Duitse regering gevormd. Onder welke naam?
A
Het Duitse Rijk
B
Republiek van Versailles
C
Republiek van Weimar
D
Duitsland
Slide 23 - Quiz
Waarom was de Volkenbond niet zo succesvol?
A
De Amerikanen deden niet mee
B
De afspraken in de Bond waren niet duidelijk
C
Er was geen goede vergaderplek
D
De Nederlanders deden niet mee
Slide 24 - Quiz
In welk jaar begon de economische crisis?
A
1919
B
1928
C
1929
D
1939
Slide 25 - Quiz
Wat was een oorzaak van de ontwikkeling die te zien is in bron 1
A
de afschaffing van de parlementaire democratie in Duitsland
B
de bepalingen van het Verdrag van Versailles
C
de beurskrach op Wallstreet in de Verenigde Staten
D
de oprichting van de Republiek van Weimar
Slide 26 - Quiz
Welke van de volgende beweringen is juist? I De NSDAP en Hitler zijn op een democratische manier aan de macht gekomen II In 1934 waren alle Duitse partijen verboden behalve de NSDAP
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide zijn onjuist
D
Beide zijn juist
Slide 27 - Quiz
Waarom leende de VS geld aan Duitsland?
A
De VS wilde een nieuwe oorlog voorkomen
B
Duitsland zou dan producten van de VS kopen
C
Dit was afgesproken in het Verdrag van Versailles
D
De VS kreeg het geld met rente terug en Frankrijk zou producten van de VS kopen
Slide 28 - Quiz
Hoe ontstaat er in Duitsland een grote crisis in 1929?
A
Frankrijk koopt geen producten van de VS meer
B
Duitsland weigert de herstelbetalingen te doen
C
De VS wilt het geleende geld terug
Slide 29 - Quiz
Wat gebeurt er als geld bijgedrukt wordt?
A
Prijzen dalen
B
Prijzen stijgen
Slide 30 - Quiz
Wat gebeurt er als geld bijgedrukt wordt?
A
De waarde van geld daalt
B
De waarde van geld stijgt
Slide 31 - Quiz
Welke groep wordt niet aangesproken door de ideeën van de NSDAP?
A
Werklozen
B
Middenstanders
C
Eigenaren grote bedrijven
D
Communisten
Slide 32 - Quiz
Welke groep wordt niet aangesproken door de ideeën van de NSDAP?