Voor niveau A2 moet je weten hoe je de belangrijkste werkwoordvormen gebruikt:
- Verleden tijd
- Tegenwoordige tijd
- Toekomende tijd
- Voltooide tijd
We gaan in de les geen grammatica meer behandelen. Als het goed is, heb je op het vmbo genoeg basis hiervan gekregen. Wil je toch oefenen op je eigen niveau?
Op studiemeter.nl en op Itslearning in de tegel Engels kun je ook oefenen.