Signaalwoorden en verbanden les 9 & 10 BL

Signaalwoorden & verbanden
Begrijpend lezen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Signaalwoorden & verbanden
Begrijpend lezen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Theorie zinsverbanden & alineaverbanden (herhalen) - 10 min
- Korte quiz: test jouw kennis! - 5 min
- Aan de slag: opdracht + zelf nakijken - 25 min
- Afsluiting - rest

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden en verbanden
Ik vind je leuk en ik wil je kussen.
Ik vind je niet lief, maar ik wil je kussen.

Slide 4 - Slide

Verbanden (3/7)
1. Uitspraak-opsomming
2. Uitspraak-tegenstelling
3. Uitspraak-voorbeeld

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden
  • uitspraak-opsomming
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen...maar ook, ten eerste, ten tweede, ten derde
  • uitspraak-tegenstelling
maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds...anderzijds, daar staat tegenover
  • uitspraak-voorbeeld
bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is GEEN functie van signaalwoorden in een tekst?
A
Signaalwoorden helpen de lezer.
B
Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
C
Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
D
Signaalwoorden geven structuur aan een tekst.

Slide 9 - Quiz

Signaalwoorden voor uitspraak-tegenstelling:
A
zoals
B
allereerst
C
maar
D
daarentegen

Slide 10 - Quiz

Signaalwoorden 'ten eerste, ook, bovendien en verder' horen bij:
A
uitspraak-opsomming
B
uitspraak-tegenstelling
C
uitspraak-voorbeeld
D
uitspraak-uitspraak

Slide 11 - Quiz

Signaalwoorden voor uitspraak-tegenstelling zijn:
A
omdat, want
B
en, ook
C
bovendien, ten eerste
D
echter, maar

Slide 12 - Quiz

Nu aan de slag!
Wat? Maak de oefening over de signaalwoorden & verbanden.
Tijd? 20 minuten
Alleen of samen? Alleen voor jezelf.
Praten? Nee, in stilte.

timer
20:00

Slide 13 - Slide

Voorbeeld uit oefeningen
Nederlands is leuk, maar kan ook erg lastig zijn!
1. Signaalwoord: maar
2. Soort verband: uitspraak-tegenstelling
3. Uitspraak: Nederlands is leuk.
Tegenstelling: (...) kan ook erg lastig zijn.

Slide 14 - Slide

1. Zoek het signaalwoord: "Famke Louise wil volgend jaar een concert in de Ziggo Dome geven. De artiest is tijdens de Christmas Show in december al in de concertzaal te zien, maar wil in 2020 solo optreden."
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord?

Slide 15 - Open question

Signaalwoorden en verbanden
1. Zoek het signaalwoord: Famke Louise wil volgend jaar een concert in de Ziggo Dome geven. De artiest is tijdens de Christmas Show in december al in de concertzaal te zien, maar wil in 2020 solo optreden. MAAR
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord? UITSPRAAK-TEGENSTELLING

3. Noteer de delen van dit verband.
    Uitspraak = De artiest is tijdens de Christmas Show in december al in de concertzaal te zien.
    Tegenstelling = Ze wil in 2020 solo optreden

Slide 16 - Slide

1. Zoek het signaalwoord: "Wanneer het optreden zou moeten plaatsvinden, vertelt ze niet. Ook vertelt ze dat volgend jaar verder gewerkt zal worden aan de tweede documentaire over haar leven. Daarin wil ze onder meer de situatie rondom de breuk met haar eerste management toelichten."
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord?

Slide 17 - Open question

Signaalwoorden en verbanden
1. Zoek het signaalwoord:
"Wanneer het optreden zou moeten plaatsvinden, vertelt ze niet. Ook vertelt ze dat volgend jaar verder gewerkt zal worden aan de tweede documentaire over haar leven. Daarin wil ze onder meer de situatie rondom de breuk met haar eerste management toelichten." OOK
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord? UITSPRAAK - OPSOMMING

3. Noteer de delen van dit verband.
    Uitspraak = Ze vertelt niet wanneer het optreden plaatsvindt.
    Opsomming = Volgend jaar zal er verder gewerkt worden aan de tweede documentaire over   
   haar leven.

Slide 18 - Slide

1. Zoek de signaalwoorden "Verder zeg ik liever niet veel meer over de oude situatie, omdat ik de rest van het verhaal voor mijn eigen documentaire bewaar. Hoe dat er precies uit komt te zien en waar het te zien zal zijn, weten we nog niet, maar we hebben er wel ideeën over." De artiest laat nog wel weten dat ze in de oude situatie "nauwelijks inspraak had" in de dingen die ze deed.
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord?

Slide 19 - Open question

Signaalwoorden en verbanden
1. Zoek het signaalwoord: "Verder zeg ik liever niet veel meer over de oude situatie, omdat ik de rest van het verhaal voor mijn eigen documentaire bewaar. Hoe dat er precies uit komt te zien en waar het te zien zal zijn, weten we nog niet, maar we hebben er wel ideeën over." De artiest laat nog wel weten dat ze in de oude situatie "nauwelijks inspraak had" in de dingen die ze deed. VERDER
MAAR
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord? UITSPRAAK - OPSOMMING
                                                                                                 UITSPRAAK - TEGENSTELLING

3. Noteer de delen van dit verband.
Uitspraak = Daarin wil ze onder meer de situatie rondom de breuk met haar eerste management toelichten.
Opsomming = Ik zeg liever niet veel meer over de oude situatie.

Uitspraak = We weten nog niet hoe dat er precies uit komt te zien en waar het te zien zal zijn.
Tegenstelling = We hebben er ideeën over.

Slide 20 - Slide