Begrijpend lezen - Les 2


Nederlands
Begrijpend lezen
Les 2
P2 G3 - 2022/2023

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Nederlands
Begrijpend lezen
Les 2
P2 G3 - 2022/2023

Slide 1 - Slide

Programma
  • Nieuwsquiz (week 50)
  • Fictie periode 2: elevator pitch
  • Signaalwoorden en verbanden (notatie van de delen)
  • Functies van tekstgedeelten (blz. 85)
  • Aan de slag!
  • Toets Grammatica & Zinnen bespreken

Slide 2 - Slide

Fictie periode 2: elevator pitch
  • Je maakt groepjes (2, 3 of 4 leerlingen)
  • Je kiest als groepje en boek van de boekenlijst (Studiewijzers)
  • Je geeft een pitch op de SEXI-manier
  • Je gebruikt verschillende soorten argumenten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Verbindingsmanieren van alinea’s
1. Een signaalwoord of een signaalwoordgroep
Verder zijn hoge kosten van cartridges en printers ook een groot probleem. Soms kosten twee van zulke inktpatronen evenveel als de hele printer. (=opsomming)
2. Een herhaling van een woord of woordgroep
Voetballen en andere sportartikelen worden in derdewereldlanden vaak door kinderen gemaakt. De arbeidsomstandigheden zijn nogal eens slecht.                        
           De voetbalbond FIFA vindt dat kinderarbeid niet kan en dat sportartikelen onder goede omstandigheden geproduceerd moeten worden.
3. Een overgangszin met een verwijzend woord
In de laatste ijstijd was de Noordzee nog land. Je kon helemaal van Nederland naar Engeland lopen. Op die vlakte leefden allerlei dieren die nu zijn uitgestorven, zoals de wolharige mammoet, het reuzehert en de sabeltandtijger.         
    De botten hiervan komen nog steeds regelmatig naar boven in de netten van vissers. Hun sleepnetten schuren immers over de Noordzeebodem waar de overblijfselen van de prehistorische dieren liggen.
4. Een aankondigende zin
Laten we eens stuk voor stuk gaan bekijken wat de argumenten van de clubleiding nu echt waard zijn. Ten eerste het gebrek aan geld om nieuwe spelers te kunnen kopen. Als je naar de begroting kijkt, is er voldoende geld.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

1. Zoek het signaalwoord: Famke Louise wil volgend jaar een concert in de Ziggo Dome geven. De artiest is tijdens de Christmas Show in december al in de concertzaal te zien, maar wil in 2020 solo optreden.
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord?

Slide 7 - Open question

Signaalwoorden en verbanden
1. Zoek het signaalwoord: Famke Louise wil volgend jaar een concert in de Ziggo Dome geven. De artiest is tijdens de Christmas Show in december al in de concertzaal te zien, maar wil in 2020 solo optreden. MAAR
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord? UITSPRAAK-TEGENSTELLING

3. Noteer de delen van dit verband.
    Uitspraak = De artiest is tijdens de Christmas Show in december al in de concertzaal te zien.
    Tegenstelling = Ze wil in 2020 solo optreden

Slide 8 - Slide

1. Zoek het signaalwoord: Wanneer het optreden zou moeten plaatsvinden, vertelt ze niet. Ook vertelt ze dat volgend jaar verder gewerkt zal worden aan de tweede documentaire over haar leven. Daarin wil ze onder meer de situatie rondom de breuk met haar eerste management toelichten.
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord?
3. Noteer de delen van het verband.

Slide 9 - Open question

1. Zoek het signaalwoord: "Verder zeg ik liever niet veel meer over de oude situatie, omdat ik de rest van het verhaal voor mijn eigen documentaire bewaar. Hoe dat er precies uit komt te zien en waar het te zien zal zijn, weten we nog niet, maar we hebben er wel ideeën over." De artiest laat nog wel weten dat ze in de oude situatie "nauwelijks inspraak had" in de dingen die ze deed.
2. Welk verband hoort er bij dit signaalwoord?
3. Noteer de delen van het verband.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
  • Maak opdr. 2 (blz. 35 Op Niveau), vraag 1, 7, 8, 9, 10
  • Maak opdr. 2 (blz. 85) vraag 6, 9, 12, 13, 18

  • Klaar?

  • Lees de theorie op blz. 130
  • Maak opdr. 2 (blz. 130) vraag 4, 6, 8, 15

Slide 12 - Slide