6-10 Leestekens

Taalverzorging
Interpunctie
(leestekens)

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
(Laptop in tas)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Taalverzorging
Interpunctie
(leestekens)

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
(Laptop in tas)

Slide 1 - Slide

Programma:
  • Uitleg interpunctie

  • Z.s.

  • Les afsluiten

Slide 2 - Slide

Vorige les:

Slide 3 - Slide

Vorige les:

E-mail/brief/artikel besproken
Opdracht(en) ingeleverd

De interpunctie klopte niet.

Slide 4 - Slide

Kunnen/kennen
  • De leestekens juist gebruiken

  • Kun je op de juiste manier citeren

  • Weet je wat citaten zijn

Slide 5 - Slide

Interpunctie
Wie weet wat er bedoeld wordt met interpunctie?

Slide 6 - Slide

Punt
Je zet een punt aan het eind van een zin.

Let op!
In de titel zet je geen punt.

Slide 7 - Slide

Komma
Als je zin een ´pauze´ nodig heeft.

Bij een opsomming

Ik blijf thuis, omdat de timmerman komt.

Interpunctie bestaat uit punten, komma´s, uitroeptekens en vraagtekens.

Slide 8 - Slide

Vraagteken
Aan het eind van een vraagzin.

Begrijp je dat?

Wie heeft er nog een vraag?

Slide 9 - Slide

Uitroepteken
Aan het eind van een zin met extra nadruk.

Geen uitroepteken in formele brieven!

Slide 10 - Slide

Aan de slag met:
  • Interpunctie opdracht

Hoe? Pen/Potlood/papier

Vragen:
Ik loop door door het lokaal. Vragen mag je alleen stellen als ik bij je ben.

Wat te doen als je wacht/klaar bent:
  • Afmaken taalverzorging Interpunctie Opdrachten 1 t/m 6.


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
1:00

Slide 11 - Slide

Terugblik

Slide 12 - Slide

Volgende les:
Laptop nodig

Slide 13 - Slide

Programma
Nakijken opdracht

Uitleg citeren

Z.s.

Les afsluiten

Slide 14 - Slide

Nakijken

Slide 15 - Slide

Citeren
Letterlijk wat iemand:

Zegt, roept, gilt, vermeldt, uit, vertelt, beweert, meedeelt, vraagt...

Dubbele punt en aanhalingstekens

Mary vraagt: 'Kunnen we een beetje eerder stoppen met de les?'

Slide 16 - Slide

Citaat vooraan
'Ik ga naar school', riep Marie.

'Marie riep 'Ik ga naar school'.

'Mag ik een ijsje?', vroeg Bram.

Bram vroeg: 'Mag ik een ijsje?'

Slide 17 - Slide

De expert
Je gaat in tweetallen werken. Jullie zijn de citeer experts. 

Je maakt een powerpoint van 8 dia's. Op de eerste vier dia's leg je uit wat citeren is, waar je op moet letten, en hoe je een citaat gebruikt.

De laatste vier dia's noteer je minimaal 8 nieuwe zinnen met een citaat.

Tip: Je mag je boek gebruiken.

Klaar? Lever je powerpoint in via mail: roosterkamp
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Vandaag:

Slide 19 - Slide

Je kan nu:
  • Zinnen op de juiste manier citeren.

Op schaal van één tot vijf, hoe goed denk jij het leerdoel te hebben behaald. Eén betekent helemaal niet. Bij vijf beheers je de leerstof perfect!

Slide 20 - Slide

Na vandaag:
  • Kan jij één ding benoemen, die je nog niet wist, maar vandaag hebt geleerd?

Slide 21 - Slide

De volgende les:
Gaan we aan de slag met werkwoordspelling. 

Slide 22 - Slide