12-11 Interpunctie

Taalverzorging
Interpunctie
(leestekens)

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
(Laptop in tas)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Taalverzorging
Interpunctie
(leestekens)

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
(Laptop in tas)

Slide 1 - Slide

Kunnen/kennen
  • De leestekens juist gebruiken

  • Kun je op de juiste manier citeren

  • Weet je wat citaten zijn

Slide 2 - Slide

Interpunctie
Wie weet wat er bedoeld wordt met interpunctie?

Slide 3 - Slide

Punt
Je zet een punt aan het eind van een zin.

Let op!
In de titel zet je geen punt.

Slide 4 - Slide

Komma
Als je zin een ´pauze´ nodig heeft.

Bij een opsomming

Ik blijf thuis, omdat de timmerman komt.

Interpunctie bestaat uit punten, komma´s, uitroeptekens en vraagtekens.

Slide 5 - Slide

Vraagteken
Aan het eind van een vraagzin.

Begrijp je dat?

Wie heeft er nog een vraag?

Slide 6 - Slide

Uitroepteken
Aan het eind van een zin met extra nadruk.

Geen uitroepteken in formele brieven!

Slide 7 - Slide

Citeren
Letterlijk wat iemand:

Zegt, roept, gilt, vermeldt, uit, vertelt, beweert, meedeelt, vraagt...

Dubbele punt en aanhalingstekens

Mary vraagt: 'Kunnen we een beetje eerder stoppen met de les?'

Slide 8 - Slide

Citaat vooraan
'Ik ga naar school', riep Marie.

'Marie riep 'Ik ga naar school'.

'Mag ik een ijsje?', vroeg Bram.

Bram vroeg: 'Mag ik een ijsje?'

Slide 9 - Slide

Kunnen/kennen
  • De leestekens juist gebruiken

  • Kun je op de juiste manier citeren

  • Weet je wat citaten zijn

Slide 10 - Slide