De toets wordt een multiplechoice-toets over alles wat we tot nu toe geleerd hebben. De toets bestaat uit drie delen:
Deel 1 : naamwoorden [hiervoor leer je alle naamvallen (incl. vocativus) en het persoonlijk
voornaamwoord – overzichtsrijtjes vindt je op p.127,128 en 131 in je HB]
Deel 2 : werkwoorden [hiervoor leer je de 4 werkwoordstijden van de 4 stammen (incl.
esse&posse én de imperativus – overzichtsrijtjes vind je op p.132, 134 en 135 in je HB]
Deel 3 : vertalen [hiervoor moet je alles kunnen toepassen en aangeven welke
vertaling de juiste is van de gegeven zin. Hiervoor leer je de woorden van les 1&2 + 9&10&11]