What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
10/5: uitleg argumentatie 4hb
Keuze
Meedoen met de uitleg (steek even je hand op)
In stilte zelf oefenen in de online methode, samenvatting maken, etc.
Je mag ook lezen of de groepsmondeling voorbereiden
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Keuze
Meedoen met de uitleg (steek even je hand op)
In stilte zelf oefenen in de online methode, samenvatting maken, etc.
Je mag ook lezen of de groepsmondeling voorbereiden
Slide 1 - Slide
1. Verschillende argumenten
'Omdat Nederland behoort tot de twintig meest welvarendste landen van de wereld, zouden we in ons land meer vluchtelingen moeten toelaten.'
'We moeten meer vluchtelingen toelaten. Het is immers onze morele plicht om medemensen te helpen.'
Slide 2 - Slide
Feitelijk en waarderend
Feitelijk
= objectief
. Te controleren, waar of onwaar!
Waarderend
= subjectief
. Wenselijk, gepast, goed of slecht, etc.
Waarderend argument moet je vaak verder ondersteunen
Slide 3 - Slide
Feitelijk of waarderend?
'Ik vind een telefoon onmisbaar, want zonder telefoon zou ik echt ongelukkig zijn.'
'Amsterdam is een goede stad voor een ckv-excursie, omdat de stad veel verschillende musea heeft.'
Slide 4 - Slide
Tegenargument en weerlegging
Niet eens met iemands argumentatie? Dan kan je twee dingen doen:
Ingaan op het
standpunt
en een
tegenargument
inbrengen,
Ingaan op het
argument
en dat
weerleggen
. (= onjuistheid aantonen, met tegenbewijs komen, ontkrachten, etc.)
Slide 5 - Slide
Tegenargument en weerlegging
'Mensen moeten meer met de trein reizen, want dat zou het fileprobleem oplossen.'
Wat is het standpunt en het gegeven argument in zin 1?
Reactie:
Met de trein ben je veel langer onderweg
In grote delen van Nederland is er helemaal geen fileprobleem.
Wat is het tegenargument? Wat is de weerlegging?
Slide 6 - Slide
2. Argumentatiestructuren
Een
argumentatiestructuur
is een blokjesschema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen.
Slide 7 - Slide
Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie
= één standpunt en één argument
O
nderschikkende argumentatie
= een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (=ketenargumentatie)
Nevenschikkende argumentatie
= twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt (afhankelijk en onafhankelijk)
Slide 8 - Slide
Enkelvoudige argumentatie
Eén argument bij een standpunt
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
want
Slide 9 - Slide
Onderschikkende argumentatie
Een gebruikt argument wordt door een ander argument ondersteund
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is slecht voor je lever.
want
want
Slide 10 - Slide
Onderschikkende argumentatie
Je geeft niet alleen het argument, maar vertelt ook nog eens extra waarom dat argument klopt:
Dus een argument voor een argument (je noemt dit een subargument of een onderbouwing).
Slide 11 - Slide
Nevenschikkende argumentatie
Onafhankelijk
: ieder argument is op zichzelf een zelfstandig argument voor het standpunt
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Slide 12 - Slide
Nevenschikkende argumentatie
Afhankelijk
: argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te ondersteunen.
De argumenten werken alleen in combinatie met elkaar; los van elkaar ondersteunen ze het standpunt niet.
Slide 13 - Slide
Afhankelijk
Ik vond de vakantie verschrikkelijk.
De zon scheen constant.
Ik kan niet lang in de zon zitten.
Slide 14 - Slide
Combinatie van argumentaties
Leerlingen moeten hun huiswerk onder begeleiding in groepjes op school kunnen maken.
Leerlingen zullen dan hogere cijfers gaan halen.
Leerlingen leren dan goed samen te werken.
Leerlingen worden op school niet zo snel afgeleid als thuis.
Leerlingen kunnen dan uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen.
Leerlingen mogen bij de huiswerkbegeleiding niet bellen, appen, twitteren etc.
Slide 15 - Slide
Vooruitblik
Uitleg H6.3 en H2.2 en 3
Uitleg H6.4
Maandag 22/5 voor 13:00
: deadline voorbereiding groepsmondeling
Slide 16 - Slide
More lessons like this
argumentatiestructuren
21 days ago
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
3e klas - argumentatiestructuren
November 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
21/5: herhalen argumenteren, groepsmondeling voorbereiden
May 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Argumentatie H3 en H4
June 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Argumenteren - C6, P1 + P2
October 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
argumentatiestructuren
May 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
H4 Lezen - Argumentatie (2)
February 2024
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
argumentatiestructuren - les 3
June 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4